U bent hier

Onderneming & Personeel
Eerlijke werving en selectie2. Relevante wetgeving2.3 Indirecte discriminatie

2.3 Indirecte discriminatie

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: november 2024

neutraal

Er is sprake van indirecte discriminatie als u een ogenschijnlijk neutraal criterium in de vacature opneemt, waardoor in de praktijk bepaalde groepen niet of minder snel in aanmerking komen voor de baan. Denk aan het stellen van een taaleis. Kandidaten die Nederlands niet als moedertaal hebben, zullen de Nederlandse taal misschien minder goed beheersen. Dit zijn overwegend mensen van een andere afkomst dan de Nederlandse en die zou u daardoor kunnen uitsluiten.

Noodzakelijk

klacht

baanrelevant

Nu kan een taaleis noodzakelijk zijn voor een functie, zoals een communicatieadviseur die teksten voor de website van uw organisatie schrijft. Het College toetst in hoeverre dit het geval is, als iemand over de eis een klacht indient. Voor indirecte discriminatie kan dus een goede reden bestaan en daarmee is het onderscheid dat wordt gemaakt niet verboden. Hoofdstuk 7 bespreekt hoe u criteria die indirect discrimineren, maar wel baanrelevant zijn, in uw personeelsselectie kunt verwerken, terwijl u ongewenste discriminatie zo beperkt mogelijk houdt. Let wel op: voor het vaststellen van indirecte discriminatie is het niet altijd vereist dat de klager daadwerkelijk heeft gesolliciteerd. Soms gaat het College uit van feiten van algemene bekendheid of andere statistische gegevens.

Een zaak hoeft dus niet altijd te gaan over wat er daadwerkelijk in het proces gebeurt. Het kan er ook om gaan of een functie-eis ontmoedigt om te solliciteren.

Aantonen

functie-eis

De wet bepaalt dat u voor het stellen van een indirect discriminerende eis een goede reden moet aanvoeren, een ‘objectieve rechtvaardiging’. U zult moeten aantonen dat het stellen van de functie-eis een werkelijke behoefte (doel) dient en dat dat doel zelf niet discriminerend is. Daarnaast moet u kunnen uitleggen dat u met de functie-eis dat doel kunt behalen. Dat betekent dat uw eis passend is. Ten slotte moet u zich ervan zeker stellen of u op geen andere, minder discriminerende manier in de behoefte kunt voorzien. Daarmee toont u aan dat de eis noodzakelijk is.

Voorbeeld

grond van ras

Een voorbeeld: een werkgever die in het Spaans een sollicitatiegesprek voerde met een sollicitant met een Cubaanse achtergrond, kon hem – mede vanwege zijn accent – niet altijd goed verstaan. Dat lag vooral aan de uitspraak. De organisatie wees hem om die reden af. Daarmee werd de man bijzonder getroffen op grond van zijn afkomst en was er sprake van indirect onderscheid op grond van ras. Indirect onderscheid is verboden en alleen toegestaan als hiervoor een objectieve rechtvaardiging bestaat.

onredelijk

De organisatie had uitsluitend Europese klanten en hield daarom Europees Spaans aan als norm. Bij telefonisch ­contact moest iedere miscommunicatie worden voorkomen. De klant kon bijvoorbeeld een arts zijn met vragen over medische technologie, terwijl er een mensenleven op het spel stond. De organisatie had daarom bepaald welke mate van verstaanbaarheid noodzakelijk was voor de functie. Een organisatie mag op basis van de gelijkebehandelingswetgeving geen onredelijke eisen stellen, maar hier was niet gebleken dat de eisen onredelijk waren. Het College oordeelde dat het indirecte onderscheid objectief was gerechtvaardigd (het College, 14 april 2020, oordeelnummer: 2020-31).