2.1 Gelijkebehandelingswetgeving
Diverse wetten vormen de gelijkebehandelingswetgeving. Voor werving en selectie gaat het om:
- Algemene wet gelijke behandeling (AWGB);
- Artikel 646 van Burgerlijk Wetboek 7;
- Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij de arbeid;
- Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ);
- Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (WGBL).
Beschermen
beschermen
Van deze wetten is de AWGB de meest omvangrijke. Er zijn daarnaast nog andere gelijkebehandelingswetten, zoals de Wet gelijke behandeling op grond van arbeidsduur (WOA) en de Wet verbod op onderscheid tussen contracten van bepaalde en onbepaalde tijd (WOBOT). Die zijn niet van toepassing op het werving- en selectieproces, maar op de voorwaarden waaronder arbeid wordt verricht en daarom niet relevant. Gezamenlijk beschermen de wetten bij de werving en selectie de volgende persoonskenmerken:
- godsdienst;
- levensovertuiging;
- politieke gezindheid;
- ras;
- geslacht;
- nationaliteit;
- homo- of heteroseksuele gerichtheid;
- burgerlijke staat;
- leeftijd;
- handicap/chronische ziekte.
Breed
geslacht
De discriminatiegronden kunt u breed interpreteren. Onder de grond ‘ras’ valt het hebben van een andere huidskleur, afkomst en nationale of etnische afstamming. Verder vallen zwangerschap, transgender zijn, een intersekse conditie hebben of non-binair zijn allemaal onder de grond geslacht. Onder de grond homo- en heteroseksuele gerichtheid valt ook biseksualiteit of andere seksuele gerichtheid (waaronder uitdrukkelijk niet pedofilie, zie oordeel College 2019-116).