U bent hier

Onderneming & Salaris
Kostenvergoedingen6. Vergoeding voor ­extraterritoriale kosten6.2 30%-regeling

6.2 30%-regeling

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: juni 2024

maximaal 30%

In plaats van het vergoeden van de werkelijke extraterritoriale kosten, kunt u ook de 30%-regeling gebruiken. Dit is een speciale vergoedingsregeling, waarbij uw onderneming sommige werknemers (zie paragraaf 6.3 en 6.4) zonder nader bewijs een forfaitaire onbelaste vergoeding voor extraterritoriale kosten geeft. De 30%-regeling geldt maximaal vijf jaar.

Forfaitair

De forfaitaire vergoeding die u onbelast kunt geven, is maximaal 30% van het loon inclusief de vergoeding, dus 30/70 van het loon exclusief de vergoeding. Hierbij neemt uw onderneming het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking als uitgangspunt.

U moet de 30%-vergoeding los van het loon hebben afgesproken met de werknemer. Uw onderneming mag dus niet een deel van het overeengekomen loon als onbelaste 30%-vergoeding uitbetalen.

Aftopping

Sinds 1 januari 2024 geldt er voor ingekomen werknemers een maximumbedrag voor het bedrag dat uw onderneming onbelast mag vergoeden onder de 30%-regeling. Deze grens is gelijk aan de norm voor de Wet normering topinkomens (WNT), de zogenoemde Balkenendenorm. Die bedraagt in 2024 € 233.000. Voor bestaande gevallen geldt onder voorwaarden nog een overgangsregeling.

Versobering

overgangsrecht

Daarnaast geldt er sinds 1 januari 2024 een versobering van de 30%-regeling. De hoogte van de maximale vergoeding voor de 30%-regeling is niet meer gedurende de gehele looptijd maximaal 30%. Er geldt het volgende:

  • maximaal 30% gedurende de eerste 20 maanden van de looptijd;
  • maximaal 20% gedurende de volgende 20 maanden van de looptijd;
  • maximaal 10% gedurende de laatste 20 maanden van de looptijd.

Er geldt overgangsrecht voor werknemers van wie de beschikking ook na 2023 nog geldig is én die uiterlijk over het laatste loontijdvak van 2023 een 30%-vergoeding genoten. Deze werknemers blijven voor de gehele looptijd recht houden op een vrijgestelde vergoeding van maximaal 30%.

Bovenmatig

niet toereikend

correct ­verwerken

Vergoedt (of verstrekt) u in totaal meer dan de toegestane onbelaste 30%, dan is het bovenmatige bedrag loon. Uw onderneming kan dit desgewenst in onbelast loon omzetten via de vrije ruimte, op voorwaarde dat dit niet ongebruikelijk is. Het kan zijn dat de 30%-vergoeding niet toereikend is in verhouding met de werkelijke extraterritoriale kosten. Het is dan ook mogelijk om de werkelijke kosten onbelast te vergoeden, maar dan moet u de kosten aannemelijk maken en per werknemer administreren (zie paragraaf 6.1). De 30%-regeling geldt dan niet. Zorg ervoor dat u alle vergoedingen voor extraterritoriale kosten correct verwerkt in de administratie!

Vergoedingen die boven op 30%-regeling mogen

U mag bepaalde kosten onbelast vergoeden naast de 30%-vergoeding, te weten de kosten voor:

  • de tijdelijke opslag en het overbrengen van de boedel;
  • de verhuizing;
  • een internationale school of internationale afdeling van een gewone school;
  • een kennismakingsbezoek door de werknemer aan de onderneming in het werkland.