8.1 Besluitvorming nabootsen
patronen
programma
complex
AI ontwikkelt zich op basis van twee soorten bestaande gegevens: ‘inputgegevens’ en ‘beslissingsgegevens’. Geavanceerde statistische technieken zoeken patronen in de inputgegevens, die vervolgens beslissingsgegevens voorspellen. Bijvoorbeeld: statistische berekeningen vinden de elementen in een cv (input) die voorspellen of een kandidaat een uitnodiging krijgt voor een interview (beslissing). Deze patronen worden opgenomen in een programma – de AI-tool – dat met deze patronen menselijke besluitvorming nabootst. Om zinvolle patronen te kunnen ontdekken, moeten de technieken en gegevens waarmee de AI-tool wordt ontwikkeld, van hoge kwaliteit zijn. Dit is vooral belangrijk omdat de patronen vaak zo complex zijn dat mensen ze niet kunnen doorgronden. Daarom krijgt AI vaak de naam ‘black box’, wat betekent dat de werking van AI ondoorzichtig is.