U bent hier

8.1 Gerichte vrijstelling

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: juni 2024

geslepen glazen

Bij arbovoorzieningen waarvan de vergoeding onder de gerichte vrijstelling valt, kan het gaan om zaken die werknemers moeten beschermen tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden. Denk hierbij aan zaken als:

  • een veiligheidsbril met geslepen glazen (voor een laborant of lasser);
  • een zonnebril (voor een chauffeur of piloot);
  • een ergonomisch verantwoorde bureaustoel;
  • een voetenbankje bij beeldschermwerk;
  • een beeldschermbril;
  • speciale beschermende of isolerende kleding.

De onbelast vergoede arbovoorzieningen moeten redelijk zijn. Bij een met briljanten afgezette veiligheidsbril is dat bijvoorbeeld niet het geval. De vergoeding daarvoor kunt u dan ook niet onbelast laten.

8.1.1 Keuring of training

verzuim ­voorkomen

EHBO-cursus

Het kan bij onbelaste vergoedingen voor arbovoorzieningen ook gaan om zaken die de gezondheid van de werknemers ten goede komen of verzuim moeten voorkomen, of die de (aanhoudende) geschiktheid voor een functie laten blijken. Denk hierbij aan zaken als:

  • een aanstellingskeuring;
  • een EHBO-cursus (inclusief herhalingscursussen en bijscholing);
  • een verplichte medische keuring.

8.1.2 Geen gerichte vrijstelling

niet uit de ­Arbowet

stoppen met roken

De gerichte vrijstelling voor arbovoorzieningen ziet alleen op de verplichte arbovoorzieningen die voortkomen uit de Arbowet. Voorzieningen die niet voortvloeien uit de Arbowet vallen hier dus buiten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het vergoeden van een algemene gezondheidscheck, een griepprik of preventieve coaching. Tegenwoordig is het ook niet meer mogelijk om een stoelmassage of een cursus ‘stoppen met roken’ onder deze gerichte vrijstelling te plaatsen. Het maakt voor deze voorzieningen niet uit als de werkgever ze wel heeft opgenomen in het arbobeleid.

Valt een arbovoorziening niet onder de gerichte vrijstelling, dan is het wel mogelijk om de voorziening onder te brengen in de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Hiervoor geldt wel het gebruikelijkheidscriterium.