7.4 Niet noodzakelijk
slechts voor een deel
Wordt niet aan de hiervoor genoemde voorwaarden voldaan, dan is de gerichte vrijstelling van het noodzakelijkheidscriterium niet van toepassing, of slechts voor een deel van de voorziening. Er is dan (deels) sprake van een belast privévoordeel voor de werknemer. Als (het deel van) de vergoeding voor de betreffende voorziening dan niet via een andere gerichte vrijstelling onbelast kan blijven – bijvoorbeeld die voor hulpmiddelen, zie hoofdstuk 9 – kunt u de vergoeding alleen onbelast aan de werknemer geven door gebruik te maken van de vrije ruimte.
Bewijslast niet-noodzakelijkheid ligt bij fiscus
omgekeerd
regulier
Het kan zijn dat de Belastingdienst het er niet mee eens is dat uw onderneming de vergoeding voor een bepaalde voorziening op grond van het noodzakelijkheidscriterium onbelast heeft gelaten. In dat geval moet de fiscus bewijzen dat dit onterecht is gebeurd (omgekeerde werkwijze) en er dus sprake is van een belast voordeel voor de werknemer. Als het om een werknemer gaat die ook bestuurder of commissaris van de onderneming is, ligt de bewijslast wél bij u (reguliere werkwijze). Vanwege de mogelijke belangenverstrengeling moet uw onderneming in dat geval aannemelijk maken dat het om een vergoeding voor een redelijkerwijs noodzakelijk hulpmiddel gaat. Anders geldt de gerichte vrijstelling niet.