U bent hier

Onderneming & Salaris
Kostenvergoedingen7. Noodzakelijke apparatuur en gereedschappen7.4 Niet noodzakelijk

7.4 Niet noodzakelijk

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Fiscaal Rendement
Publicatiedatum: juni 2024

slechts voor een deel

Wordt niet aan de hiervoor genoemde voorwaarden voldaan, dan is de gerichte vrijstelling van het noodzakelijkheids­criterium niet van toepassing, of slechts voor een deel van de voorziening. Er is dan (deels) sprake van een belast privévoordeel voor de werknemer. Als (het deel van) de vergoeding voor de betreffende voorziening dan niet via een andere gerichte vrijstelling onbelast kan blijven – bijvoorbeeld die voor hulpmiddelen, zie hoofdstuk 9 – kunt u de vergoeding alleen onbelast aan de werknemer geven door gebruik te maken van de vrije ruimte.

Bewijslast niet-noodzakelijkheid ligt bij fiscus

omgekeerd

regulier

Het kan zijn dat de Belastingdienst het er niet mee eens is dat uw onderneming de vergoeding voor een bepaalde voorziening op grond van het noodzakelijkheidscriterium onbelast heeft gelaten. In dat geval moet de fiscus bewijzen dat dit onterecht is gebeurd (omgekeerde werkwijze) en er dus sprake is van een belast voordeel voor de werknemer. Als het om een werknemer gaat die ook bestuurder of commissaris van de onderneming is, ligt de bewijslast wél bij u (reguliere werkwijze). Vanwege de mogelijke belangenverstrengeling moet uw onderneming in dat geval aannemelijk maken dat het om een vergoeding voor een redelijkerwijs noodzakelijk hulpmiddel gaat. Anders geldt de gerichte vrijstelling niet.