9.1 De wet
uitdienen
cao
Het tussentijds opzegbeding is geregeld in artikel 7:667, lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW). Zonder zo’n tussentijds opzegbeding moeten u en de werknemer de afgesproken looptijd van de tijdelijke arbeidsovereenkomst uitdienen. Een tussentijds opzegbeding kan zijn opgenomen in de arbeidsovereenkomst of cao.
Het tussentijds opzegbeding moet zowel de werknemer als de werkgever het recht geven om de tijdelijke arbeidsovereenkomst voortijdig op te zeggen.
Als u op basis van een tussentijds opzegbeding de arbeidsovereenkomst opzegt, moet u rekening houden met de regels die voor opzegging van een arbeidsovereenkomst gelden. Dit betekent onder andere dat u wel langs UWV of de kantonrecht moet om de arbeidsovereenkomst te beëindigen – afhankelijk van de reden van ontslag (zie het kader hieronder). Ook moet u rekening houden met opzegverboden (bijvoorbeeld bij ziekte) en de wettelijke opzegtermijn.
Ontslagroute via UWV of de kantonrechter?
Als u het arbeidscontract wilt opzeggen wegens bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid, moet u voor een ontslagvergunning naar UWV. Gaat het om persoonlijke redenen of speciale omstandigheden, dan moet u naar de kantonrechter voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Persoonlijke redenen voor het ontslag kunnen zijn:
- veelvuldig ziekteverzuim;
- onvoldoende functioneren;
- verwijtbaar handelen of nalatigheid;
- weigeren werk wegens gewetensbezwaar;
- verstoorde arbeidsrelatie.
Op rendement.nl/hrdossier vindt u het traject ‘Ontslag’ met de regels uit het ontslagrecht.
9.1.1 Opzegtermijn werkgever
duur dienstverband
Bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst door opzegging moet u zich houden aan de wettelijke opzegtermijn die is vastgelegd in artikel 7:672, lid 2 BW. De voor u geldende opzegtermijn hangt af van hoelang het dienstverband met de werknemer heeft geduurd:
- korter dan vijf jaar: opzegtermijn is één maand;
- vijf tot tien jaar: opzegtermijn is twee maanden;
- tien tot vijftien jaar: opzegtermijn is drie maanden;
- vijftien jaar of langer: opzegtermijn is vier maanden.
In geval van een tijdelijke arbeidsovereenkomst zal de opzegtermijn meestal één maand zijn. Een tijdelijke arbeidsovereenkomst zal tenslotte zelden langer duren dan vijf jaar.
einde van de maand
In zowel de cao als de individuele arbeidsovereenkomst kan een langere opzegtermijn worden afgesproken dan hiervoor vermeld. Een kortere opzegtermijn kan alleen bij cao worden vastgelegd.
9.1.2 Manier van opzeggen
U moet de arbeidsovereenkomst tegen het einde van de maand opzeggen. Stel dat er een opzegtermijn geldt van een maand en u zegt op 17 juli op, dan loopt de opzegtermijn tot 17 augustus, maar eindigt het arbeidscontract pas op 1 september. In een schriftelijke overeenkomst – zoals de arbeidsovereenkomst – kunt u hiervan afwijken. U mag de duur van de aanvraagprocedure bij UWV van de ontslagvergunning aftrekken van uw opzegtermijn. Hierbij moet u echter altijd minstens één maand aan opzegtermijn overhouden.
9.1.3 Opzegtermijn werknemer
dubbele opzegtermijn
Voor werknemers geldt standaard een opzegtermijn van één maand. Zowel bij collectieve als individuele arbeidsovereenkomst kan een kortere of langere opzegtermijn voor hen zijn vastgelegd. Bij een verlenging van de opzegtermijn voor de werknemer moet voor uw organisatie minstens het dubbele daarvan gelden. Als u bijvoorbeeld een opzegtermijn voor werknemers wilt vastleggen van twee maanden, geldt er voor u een opzegtermijn van vier maanden.
In een cao kunnen andere regels zijn bepaald, maar de opzegtermijn voor uw organisatie mag nooit korter zijn dan die voor de werknemer. De opzegtermijn voor werknemers mag ook nooit langer zijn dan zes maanden.
9.1.4 Onrechtmatige opzegging
vergoeding
De partij die opzegt voor een eerdere dag dan tussen partijen geldt, moet aan de andere partij een vergoeding betalen die niet hoger is dan het loon dat de werknemer zou krijgen als de opzegtermijn wel was nageleefd.
loon
Bijvoorbeeld: u laat uw werknemer op 15 mei weten dat u het dienstverband per 1 juni wilt beëindigen. Volgens de wettelijke opzegtermijn mag u het dienstverband dan pas per 1 juli beëindigen. U moet uw werknemer dan het loon over de maand juni betalen.