U bent hier

Onderneming & Personeel
Soorten bedingen7. Het studiekostenbeding7.3 De rechtspraak

7.3 De rechtspraak

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: augustus 2018

Hoge Raad

vereisten

In een ver verleden heeft de Hoge Raad een relevant arrest uitgesproken, dat nog steeds als richtlijn geldt voor de geldigheid van studiekostenbedingen. De uitspraak staat bekend als het Opzeeland-arrest. De Hoge Raad oordeelde dat een geldig studiekostenbeding in ieder geval aan de volgende drie vereisten moet voldoen:

  • In het beding staat hoelang de werkgever verwacht voordeel te hebben van de kennis en vaardigheden die de werknemer door de opleiding opdoet.
  • Het beding verplicht de werknemer, als de dienstbetrekking tijdens of direct na afloop van de studieperiode eindigt, om zijn loon over de tijd die aan de studie is besteed aan de werkgever terug te betalen.
  • De terugbetalingsplicht uit het tweede vereiste neemt evenredig af tijdens het verloop van de bij het eerste vereiste genoemde voordeelperiode van de werkgever.
  • Redelijkheid

    minimumloon

    Over het algemeen geldt dat het eventueel terug te betalen bedrag geen onredelijk grote gevolgen mag hebben voor het inkomen van de werknemer. Het salaris mag ook niet onder het wettelijk minimumloon komen door de terugbetaling.