U bent hier

Onderneming & Personeel
Soorten bedingen7. Het studiekostenbeding7.1 De wet

7.1 De wet

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: augustus 2018

noodzakelijk

voortzetten

Artikel 7:611a van het Burgerlijk Wetboek (BW) verplicht de werkgever om zijn werknemers in staat te stellen scholing te volgen als die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie. Scholing moet het voor de werknemer mogelijk maken om zijn functie tijdens het dienstverband naar behoren te vervullen. De scholingsverplichting geldt ook als de functie van de werknemer komt te vervallen of hij zijn functie niet meer kan uitvoeren en de scholing ervoor kan zorgen dat de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet.

De scholingsverplichting in artikel 7:611a BW is bedoeld als aanvulling en invulling van goed werkgeverschap. Het is een extra waarborg dat u in de werknemer investeert.

De scholingsverplichting reikt niet zo ver dat u ook scholing aan de werknemer moet aanbieden die gericht is op het vinden van werk buiten uw organisatie.

De werknemer moet zich volgens de wet als ‘goed werknemer’ gedragen. Dit betekent dat hij een redelijk aanbod van de werkgever om noodzakelijke scholing te volgen ook moet aanvaarden en zich moet inspannen om de scholing tot een goed einde te brengen.

Definitie studiekostenbeding

terugbetalingsverplichting

U kunt in de arbeidsovereenkomst een studiekostenbeding opnemen, op basis waarvan de werknemer bij uitdiensttreding onder bepaalde voorwaarden de studiekosten (deels) moet terug betalen. De regels over studiekostenbedingen zijn gevormd door jurisprudentie (zie paragraaf 7.3). De rechter kan het studiekostenbeding matigen of tenietdoen als hij de terugbetalingsverplichting naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar vindt.