U bent hier

Onderneming & Personeel
Soorten bedingen4. Het concurrentiebeding4.1 De wet

4.1 De wet

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: augustus 2018

Een concurrentiebeding is een afspraak tussen u (als werkgever) en de werknemer, waarmee u de werknemer beperkt in zijn mogelijkheden om na het einde van de dienstbetrekking op een bepaalde (concurrerende) wijze te werken. De werknemer heeft dus minder opties om na uitdiensttreding bij een andere werkgever of als zelfstandige te werken.

4.1.1 Inhoud

bereik

boetebeding

Een concurrentiebeding heeft een functioneel (soort werk), geografisch (binnen een aantal kilometers) en temporeel (duur) bereik. In het beding geeft u aan welke werkzaamheden de werknemer niet meer mag verrichten binnen een bepaald gebied voor een bepaalde periode. Daarnaast kunt u een boetebeding aan een concurrentiebeding koppelen. Hiermee kunt u de werknemer een boete opleggen als hij het concurrentiebeding overtreedt. U leest meer over het boetebeding in hoofdstuk 14 van dit dossier.

Tegengestelde belangen concurrentiebeding

bedrijfsgeheim

De werkgever is de enige die belang heeft bij een concurrentiebeding. Als u bijvoorbeeld bedrijfsgeheimen wilt beschermen of wilt voorkomen dat een werknemer met schaarse kwaliteiten de concurrent versterkt, kan het verstandig zijn om een concurrentiebeding af te spreken.

Maar tegenover uw belangen staat het grondwettelijke recht van de werknemer op vrijheid van arbeidskeuze. Dit recht wordt door een concurrentiebeding beperkt. Gezien het zwaarwegend grondwettelijke belang van de werknemer, is het zaak dat u zorgvuldig met een concurrentiebeding omspringt.

4.1.2 Drie voorwaarden

onbepaalde tijd

De wet stelt drie voorwaarden aan de geldigheid van een concurrentiebeding:

  • Het moet zijn aangegaan voor een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
  • U moet het concurrentiebeding schriftelijk met de werknemer overeenkomen.
  • Op het moment van het aangaan van het beding moet de werknemer meerderjarig zijn.

U kunt zich niet beroepen op een concurrentiebeding als de arbeidsovereenkomst eindigt of niet wordt voortgezet als gevolg van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.

4.1.3 Tijdelijke contracten

noodzakelijk

zwaarwegend

In principe mag u geen concurrentiebeding afspreken met werknemers met een tijdelijk dienstverband. De wet staat concurrentiebedingen in tijdelijke contracten alleen toe als u kunt onderbouwen dat het beding noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.

Specifieke kennis

U kunt zwaarwegende bedrijfsbelangen hebben als de werknemer specifieke kennis heeft opgedaan en het bezwarend is als de concurrent daarmee aan de haal gaat. Denk aan een tijdelijke werknemer die specifieke werkzaamheden verricht of in een sleutelfunctie werkt. Het voordeel voor u weegt dan mogelijk op tegen het nadeel voor de werknemer.

Motiveringsplicht

nietig

In het beding moet u het belang bij die kennis concreet omschrijven. Vage omschrijvingen als ‘inzicht in klantgegevens’ of ‘beschikking tot zeer vertrouwelijke informatie’ zijn niet genoeg (zie paragraaf  4.3). Daarnaast moet uw belang bestaan bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst én bij het eindigen daarvan. U moet de motivering in het beding opnemen. Achteraf motiveren heeft geen zin en zonder motivering is het beding nietig.

Is de tijdelijke werknemer het achteraf niet eens met het concurrentiebeding, dan kan hij het beding ter vernietiging voorleggen aan de rechter. Hij moet dan wel aantonen dat uw motivering niet deugt.

4.1.4 Vernietigen

bedrijfsbelang

Spreekt u een concurrentiebeding met een tijdelijke werknemer af, dan moet dit dus noodzakelijk zijn vanwege zwaarwichtige bedrijfsbelangen. De rechter kan het concurrentiebeding geheel vernietigen als hij vindt dat het beding niet noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen. Bij een concurrentiebeding voor vaste werknemers geldt een dergelijke noodzakelijkheid niet.

Onbillijk

onbillijk

gedeeltelijk

Toch is een vaste werknemer niet weerloos tegen een concurrentiebeding. Hij kan het beding aan de rechter voorleggen als hij vindt dat hij ‘onbillijk wordt benadeeld’ in verhouding tot het belang van de werkgever. Is de rechter het daarmee eens, dan kan hij het concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk vernietigen.

Bij een gedeeltelijke vernietiging kort de rechter de duur van het beding in of beperkt hij het geografische bereik van het beding. Ook kan de rechter de overeengekomen boete die u heeft gesteld op overtreding van een concurrentiebeding verminderen.

Vergoeding betalen bij ernstige belemmering

ernstig 
verwijtbaar

Als de rechter onvoldoende aanleiding ziet om een concurrentiebeding geheel of gedeeltelijk te vernietigen, kan hij alsnog besluiten dat u aan de werknemer een vergoeding moet betalen. Dit doet hij als hij van mening is dat het concurrentiebeding de werknemer in belangrijke mate belemmert. U hoeft geen vergoeding te betalen als de arbeidsovereenkomst eindigt of niet wordt voortgezet omdat de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of heeft nagelaten te handelen.