8.3 Strategisch opleidingsbeleid evalueren
groot belang
De vooruitgang evalueren van individuele werknemers en opleidingstrajecten is van groot belang, maar u wilt natuurlijk ook het resultaat van uw gehele opleidingsbeleid kunnen beoordelen. Dit draait om het effect van alle opleidingen op het bereiken van de organisatiedoelstellingen.
8.3.1 Opleidingsdoelen bereiken
concreet uitdrukken
In het opleidingsbeleidsplan heeft u de opleidingsdoelen vastgelegd. Aan de hand van deze doelen kunt u uw beleid ook evalueren. Als de doelen in het beleidsplan niet concreet genoeg zijn uitgedrukt, kunt u de doelen uit het opleidingsjaarplan benutten.
scoren
zuiver vergelijken
verschil
Als het goed is, zijn de opleidingsdoelen uitgedrukt in de termen die u hanteerde voor de nulmeting. Scoorden werknemers bijvoorbeeld op een competentie gemiddeld twee op een schaal van vijf, dan kan het opleidingsdoel zijn om dat gemiddelde naar vier te tillen. U kunt vaststellen in hoeverre dit is gelukt, door dezelfde tests of assessments als u gebruikte voor de nulmeting, nogmaals uit te voeren. Met deze kwantificeerbare gegevens kunt u zuiver vergelijken wat het verschil is tussen de uitgangssituatie en de nieuwe situatie.
Die herhaalde nulmeting kunt u natuurlijk ook gebruiken als uitgangspunt voor leidinggevenden om de voortgang van individuele werknemers te evalueren.
vooruitgang
U kunt de meetresultaten op diverse manieren bekijken:
- Door de resultaten van de nieuwe meting te vergelijken met die van de nulmeting, ziet u hoe groot de vooruitgang is.
- Als u de resultaten van de nieuwe meting vergelijkt met de concrete opleidingsdoelstellingen, kunt u zien hoe dicht u het gewenste effect bent genaderd.
- Zijn de doelstellingen nog niet volledig bereikt, dan ziet u hoeveel werk u nog te verzetten heeft.
tegenvallende resultaten
Vallen de resultaten van het beleid tegen, dan is het belangrijk om te bekijken hoe u uw opleidingsbeleid kunt verbeteren. Dit betekent dat u opnieuw gaat bekijken welke opleidingen het beste passen bij de organisatiedoelstellingen.
8.3.2 Return on investment
euro’s
tijd is geld
Iedere organisatie wil graag weten wat het opleidingsbeleid oplevert, het liefst uitgedrukt in euro’s. De manier om dat te doen, door het return on investment (ROI) te berekenen. Dit is echter niet eenvoudig en het is niet voor alle opleidingen mogelijk. Er moeten namelijk wel meetbare opbrengsten zijn, die in euro’s zijn uit te drukken. Dat is bijvoorbeeld mogelijk als de doelen uitgedrukt zijn in tijdwinst (tijd is geld!), in omzet of winst. U kunt bijvoorbeeld het ROI berekenen van een salescursus, maar ook van een training in vergadertechnieken die gericht is op beperken van vergaderduur.
Zelfs als het ROI berekenen mogelijk is, zijn er enkele nadelen. Zo is het tijdsintensief (dus kostbaar) en is het in de praktijk vaak alleen haalbaar voor grotere organisaties.
Kosten van de opleiding
lastig
meewegen
Het ROI bepalen is vaak lastig. Niet alleen moet u precies kunnen vaststellen wat het opleiden heeft opgeleverd, u moet ook goed kijken wat het heeft gekost. Hoeveel tijd (en dus geld) is er gaan zitten in de planning en de uitvoering van het beleid? En hoeveel in de planning en uitvoering van de daadwerkelijke opleidingen? Wat zijn de bijkomende kosten, zoals reiskosten en lesmateriaal? U moet het allemaal meewegen voor een goede berekening.
Effect van de opleiding
winst
Om het effect te bepalen, moet u twee zaken vaststellen:
- de in geld uitgedrukte winst voor en na de opleiding;
- in hoeverre die winst toe te schrijven is aan de opleiding.
eenvoudig
andere factoren
Als u de doelen van een opleiding direct aan een specifieke organisatiedoelstelling heeft gekoppeld, kunt u de winst mogelijk vrij eenvoudig vaststellen. Een voorbeeld van een salesafdeling kan dit goed duidelijk maken. De doelstelling is 20% meer magnetrons verkopen. Daarvoor gaan magnetrons in de aanbieding én krijgen salesmedewerkers een korte, intensieve cursus die ze leert om twijfelende klanten over de streep te trekken. In de twee maanden na de cursus – en zolang de aanbieding geldt – gaan de verkopen met 27% omhoog. Het beleid lijkt succesvol. Maar welk deel van de stijging is nu echt te danken aan de opleiding en welk deel aan andere factoren, zoals de aanbieding? Dit kunt u op twee manieren vaststellen: met een controlegroep of met een focusgroep.
Controlegroep en focusgroep
extra effect
Werkt u met een controlegroep, dan kunt u direct zien wat het verschil is tussen een situatie waarin u wel of geen opleiding aanbood. In het bovenstaande voorbeeld kunnen bijvoorbeeld twee vestigingen dezelfde aanbieding doen voor magnetrons, terwijl slechts één vestiging ook de werknemers de extra cursus aanbiedt. Als de vestiging zonder opleiding slechts 10% meer magnetrons verkoopt, weet u dat het extra effect van de opleiding 17% is.
schatting
onzekerheidsmarge
Het is praktisch gezien niet altijd mogelijk om te werken met een controlegroep. In dat geval kunt u werken met een focusgroep. U vraagt dan ervaren werknemers om op basis van de verkoopcijfers te schatten wat het effect van de verschillende maatregelen (de opleiding en de aanbieding) op die cijfers was. Vraag ze ook hoe zeker ze zijn van hun schatting. Stel, gemiddeld geloven deze werknemers dat de extra omzet voor 25% te danken is aan de opleiding. Gemiddeld kunnen ze dit met 75% zekerheid zeggen. Dan is de schatting van het effect van de opleiding 75% van 25 = 19%.Bedenk wel dat er altijd een onzekerheidsmarge bestaat. Deze marge is bij de focusgroep aanmerkelijk groter dan bij de controlegroep.
Het ROI berekent u als volgt:
((opbrengst - kosten) / kosten) x 100% Als het ROI bijvoorbeeld 35% is, dan houdt dit in dat u voor elke in opleidingen geïnvesteerde euro € 1,35 terugverdient.