U bent hier

Onderneming & Personeel
Soorten bedingen10. Pensioenontslagbeding10.3 De rechtspraak

10.3 De rechtspraak

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: augustus 2018

kantonrechter

Inmiddels weet u dat u de arbeidsovereenkomst van een werknemer op of na het bereiken van de AOW-leeftijd kunt opzeggen, zonder dat toestemming van UWV of de kantonrechter nodig is. Deze regel geldt alleen als de arbeidsovereenkomst vóór het bereiken van de AOW-leeftijd is overeengekomen. Maar moet u wel opzeggen als een arbeidsovereenkomst met een pensioenontslagbeding stilzwijgend is verlengd? De kantonrechter in Amsterdam deed hier in 2016 uitspraak over.

10.3.1 Einde arbeidsovereenkomst?

reglement

In de rechtszaak zegde een werkgever de arbeidsovereenkomst van een werknemer op na het bereiken van de AOW-leeftijd. De werknemer vocht dit ontslag aan, omdat er een pensioenontslagbeding in het arbeidsvoorwaardenreglement van de werkgever stond.

toestemming

Volgens de werknemer betekende dit dat zijn eerdere arbeidsovereenkomst bij het bereiken van de AOW-leeftijd was geëindigd en dat er ná het bereiken van de AOW-leeftijd een nieuwe arbeidsovereenkomst was ontstaan. Omdat deze nieuwe overeenkomst na het bereiken van de AOW-leeftijd was overeengekomen, moest de werkgever voor het ontslag toestemming vragen aan UWV of de kantonrechter.

Stilzwijgend

De rechter ging hier echter niet in mee. Volgens de rechter was de eerdere arbeidsovereenkomst bij het bereiken van de AOW-leeftijd stilzwijgend voortgezet. Hierdoor was de werknemer nog steeds op basis van deze arbeidsovereenkomst werkzaam en kon de overeenkomst worden opgezegd vanwege het bereiken van de AOW-leeftijd.

spraakgebruik

U kunt een stilzwijgend verlengde arbeidsovereenkomst na het bereiken van de AOW-leeftijd zonder toestemming van UWV of de kantonrechter opzeggen, ongeacht of u een pensioenontslagbeding bent overeengekomen.

10.3.2 Pensioengerechtigde leeftijd

geschil

AOW-leeftijd

In een andere zaak was de kern van het geschil of de arbeidsovereenkomst eindigde op de dag van het bereiken van de AOW-leeftijd (in dit geval 65 jaar en drie maanden) of op de ingangsdatum van het aanvullende ouderdomspensioen van 67 jaar. Volgens de werkgever werd met ‘pensioengerechtigde leeftijd’ in het pensioenontslagbeding de AOW-leeftijd bedoeld. Volgens de werknemer werd met ‘pensioengerechtigde leeftijd’ bedoeld de leeftijd waarop hij volgens het pensioenreglement recht heeft op aanvullend ouderdomspensioen.

Niet afhankelijk van wil

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde in 2016 dat met ‘pensioengerechtigde leeftijd’ volgens normaal spraakgebruik de AOW-leeftijd wordt bedoeld. Ook viel uit de bewoordingen van het pensioenontslagbeding af te leiden dat het einde van de arbeidsovereenkomst niet afhankelijk kon zijn van de wil van één van de partijen.

ouderdomspensioen

Anders dan de ingangsdatum van het ouderdomspensioen is het niet mogelijk om invloed uit te oefenen op de AOW-leeftijd. Dat alles maakte dat het minder voor de hand lag om met de term ‘pensioengerechtigde leeftijd’ in de arbeidsovereenkomst aan te sluiten bij de ingang van het ouderdomspensioen.