U bent hier

Onderneming & Personeel
Loondoorbetaling bij ziekte4. In- en uitdiensttreding van arbeidsongeschikten4.1 Arbeidsongeschikte in dienst nemen

4.1 Arbeidsongeschikte in dienst nemen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: maart 2022

antwoord geven

Bij het in dienst nemen – en soms ook bij het in dienst houden – van een arbeidsongeschikte werknemer kunt u onder voorwaarden van diverse regelingen gebruikmaken. Om van de speciale regelingen gebruik te kunnen maken, moet u wel weten of een werknemer arbeidsbeperkt is. Let op: de werknemer hoeft pas na twee maanden dienstverband antwoord op deze vraag te geven.

Voorzieningen

noodzakelijke aanpassingen

U kunt bijvoorbeeld bij UWV een vergoeding aanvragen voor de kosten die u moet maken als u voorzieningen treft om een arbeidsongeschikte werknemer aan het werk te laten gaan of te houden (zie paragraaf 8.2.1). Het moet daarbij gaan om niet-meeneembare noodzakelijke aanpassingen op de werkplek of in uw organisatie, zoals een traplift, elektrische deuren of een aangepast toilet. U kunt de vergoeding alleen krijgen als het dienstverband met de betreffende werknemer nog minstens zes maanden duurt.

Voorzieningen moet u niet zelf kopen of laten plaatsen. Laat dit over aan UWV of stem het af met UWV. UWV werkt vaak met vaste leveranciers. UWV bestelt de voorzieningen zelf of vertelt u waar u ze mag bestellen.

zaken 
meenemen

De werknemer kan ook zelf bij UWV een vergoeding aanvragen voor bepaalde hulpmiddelen (in de praktijk: UWV de ondersteuning laten bestellen). Het gaat in dat geval om zaken die de werknemer kan meenemen als hij wisselt van werkgever, zoals orthopedische schoenen, een aangepaste bureaustoel of een doventolk.

Jobcoach

inwerken

doel

Via een speciale regeling kunt u onder voorwaarden subsidie krijgen van UWV om een jobcoach te regelen voor de begeleiding op de werkvloer van een werknemer met een langdurige ziekte of handicap. De jobcoach kan onder meer:

  • aanwezig zijn bij voorbesprekingen;
  • helpen bij het inwerken;
  • een persoonlijke handleiding voor de werknemer maken.

Het doel hiervan is dat de werknemer uiteindelijk zijn werk zelfstandig kan uitvoeren. U bent verantwoordelijk voor een persoonlijk trainings- of inwerkprogramma voor de werknemer en het regelen van de interne jobcoach. Een door u geregelde (interne) jobcoach hoeft niet gecertificeerd te zijn. Het kan bijvoorbeeld ook gaan om een collega met een speciale training hiervoor.

De jobcoach is de schakel tussen u en werknemer. De jobcoach blijft ook na een succesvol einde van het begeleidingsprogramma beschikbaar voor de werknemer in geval van problemen of onduidelijkheden.

De werknemer kan ook zelf een jobcoach aanvragen bij UWV. In dat geval gaat het om een externe jobcoach, die voor een erkende jobcoachorganisatie werkt en verantwoording aflegt aan UWV.

Loondispensatie

minder loon betalen

half jaar tot 
vijf jaar

Aan werknemers die een uitkering hebben op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) mag u onder voorwaarden minder loon betalen dan het geldende minimumloon of loon op basis van de cao. UWV vult het loon van de werknemer dan aan tot het maximale bedrag dat hij verdiende voordat hij bij u kwam werken. Zo’n loondispensatie compenseert het feit dat de Wajong’er minder aankan dan andere werknemers. De regeling kan een half jaar tot vijf jaar lopen en moet worden aangevraagd bij UWV. Verlenging van deze periode is mogelijk, maar het doel is dat de Wajong’er hetzelfde gaat verdienen als andere werknemers.

Loonkostensubsidie

bij gemeente

loonwaarde-bepaling

Als u iemand in dienst neemt die door zijn ziekte of handicap minder dan het minimumloon kan verdienen, kunt u loonkostensubsidie aanvragen. Dit doet u bij de gemeente waar de werknemer staat ingeschreven. De subsidie dekt het verschil af tussen de loonwaarde van de werknemer en het voor hem geldende wettelijk minimumloon, oftewel voor zijn verminderde arbeidsproductiviteit.

Sinds 1 juli 2021 geldt er één uniforme methode voor loonwaardebepaling. Deze verloopt volgens een stappenplan dat begint met een vragenlijst voor werkgever en werknemer, gevolgd door een bezoek op de werkplek en gesprekken met de werkgever en werknemer. De uitkomst van de loonwaardebepaling is een percentage dat gekoppeld is aan de arbeidsprestatie van een werknemer zonder arbeidsbeperking in dezelfde functie. De loonwaardebepaling moet altijd worden besproken met de werkgever en de werknemer. De loonkostensubsidie bedraagt maximaal 70% van het voor de werknemer geldende wettelijk minimumloon (inclusief vakantiebijslag). Hierbovenop komt nog een vergoeding van 23,5% voor de werkgeverslasten.

in dienst 
nemen

Gemeentes kunnen de eerste zes maanden kiezen voor een forfaitaire loonwaarde van 50% van het minimumloon, en pas daarna uitgaan van de ‘echte’ loonwaarde.

Loonkostenvoordeel

doelgroep-verklaring

Voor het in dienst nemen van arbeidsgehandicapte werknemers – of het herplaatsen ervan – en werknemers uit de doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden (zie het kader op de volgende pagina) kunt u recht hebben op een loonkostenvoordeel (LKV). Voor ontvangst van een LKV moet u een kopie van de doelgroepverklaring van de werknemer hebben – als bewijs dat hij tot de betreffende doelgroep behoort – en vervolgens in de aangifte loonheffingen het betreffende LKV aanvinken voor de werknemer.

categorie

UWV bepaalt in de loop van het volgende kalenderjaar of er recht op het LKV bestaat, en zo ja, hoeveel. De Belastingdienst betaalt vervolgens het definitieve bedrag in september van dat volgende kalenderjaar aan u uit. Het voordeel kan, afhankelijk van de categorie waartoe de werknemer behoort, oplopen tot maximaal € 2.000 of € 6.000 per jaar en voor een periode van maximaal één of drie jaar spelen.

Controleer de berekening van het LKV altijd goed en geef op tijd eventuele correcties door aan de Belastingdienst. In het stappenplan op rendement.nl/hrdossier leest u hoe u de berekening kunt controleren.

Banenafspraak en scholingsbelemmerden

bedrijfsleven en overheid

Omdat mensen met een arbeidsbeperking vaker moeite hebben met het vinden van een (gewone) baan, heeft het kabinet een banenafspraak gemaakt met werkgevers- en werknemersorganisaties. Deze afspraak moet begin 2026 in totaal 125.000 banen hebben gecreëerd voor arbeidsbeperkten bij het bedrijfsleven (100.000) en de overheid (25.000). Onder de banenafspraak vallen bijvoorbeeld mensen die onder de Participatiewet vallen en niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen.

Scholingsbelemmerden behoren niet tot de doelgroep banenafspraak, maar hebben door een ziekte of handicap wel problemen gehad bij het volgen van onderwijs (en komen binnen vijf jaar na dat onderwijs in dienst).

No-riskpolis

financiële risico

Zoals in paragraaf 2.2 al kort is aangehaald, kunt u bij het in dienst nemen van een werknemer met een ziekte of handicap onder voorwaarden profiteren van de no-riskpolis. Die houdt in dat de loondoorbetalingsplicht bij ziekte van deze werknemer (deels) wordt opgevangen door UWV via een Ziektewetuitkering (ZW-uitkering). Op die manier wordt uw financiële risico van het in dienst nemen van een arbeidsgehandicapte verminderd. Hiervoor moet u bij de ziekmelding van de werknemer bij UWV – die binnen zes weken na de eerste ziektedag moet gebeuren – wel aangeven dat de no-riskpolis van toepassing is.

De no-riskpolis geldt gedurende vijf jaar na indiensttreding van de arbeidsgehandicapte werknemer, en kan in bijzondere situaties nog eens vijf jaar worden verlengd. In sommige situaties is de no-riskpolis echter gedurende het gehele dienstverband van toepassing.

Proefplaatsing

maximaal twee maanden

Om werkgevers over de streep te trekken als ze twijfelen of een gedeeltelijk arbeidsgeschikte een bepaalde functie wel kan vervullen, bestaat er de mogelijkheid van proefplaatsing. De werknemer kan dan maximaal twee maanden in dienst komen met behoud van zijn uitkering van UWV, zodat u geen loon hoeft te betalen. U moet wel een aansprakelijkheidsverzekering voor de werknemer afsluiten. In sommige situaties is een langere proefplaatsing mogelijk, maar de duur ervan is nooit langer dan zes maanden.

gaat van de tijd af

Bij ziekte tijdens de proefplaatsing wordt het einde ervan opgeschort, oftewel de periode van de proefplaatsing wordt verlengd met de ziekteperiode. Bij vakantie van de werknemer tijdens de proefplaatsing is dat niet het geval. Een vakantie gaat dus van de tijd af die u heeft om – op kosten van UWV – de geschiktheid van de werknemer voor de functie te beoordelen.

U moet de proefplaatsing samen met de werknemer aanvragen bij UWV. U moet bovendien de intentie hebben om de werknemer na de proefplaatsing voor minstens zes maanden in dienst te nemen, voor minimaal hetzelfde aantal uren als bij de proefplaatsing.