1.5 Wijziging Arbowet
toegang
De Sociaal-Economische Raad (SER) onderzocht in 2014 de zorg voor werkenden in Nederland en concludeerde onder meer dat veel werknemers onvoldoende toegang hebben tot een bedrijfsarts en dat te weinig organisaties een preventiemedewerker en een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) hebben. Het kabinet heeft daarop besloten om de Arbowet aan te scherpen, zodat werkgevers en werknemers zich verantwoordelijker gaan voelen voor het arbobeleid.
Pijlers
doorwerken
second opinion
preventiemedewerker
basiscontract
Belangrijke pijlers daarbij zijn duurzame inzetbaarheid en preventie. Werknemers moeten langer kunnen doorwerken en minder snel of minder lang uitvallen. Per 1 juli 2017 gaan onder andere deze wijzigingen van de Arbowet in:
- Werknemers krijgen het recht om het oordeel van een bedrijfsarts te laten voorzien van een second opinion door een andere bedrijfsarts. Dit is iets anders dan het deskundigenoordeel van UWV.
- Werknemers krijgen de mogelijkheid om preventief en op eigen initiatief gebruik te maken van het advies van de bedrijfsarts. U moet iedere werknemer van deze mogelijkheid op de hoogte stellen.
- Bedrijfsartsen en andere arbodienstverleners krijgen meer ruimte om aan preventie te doen en advies te geven over verzuimbegeleiding.
- Inspectie SZW krijgt meer ruimte en bevoegdheden om de wet te handhaven.
- De OR of PVT krijgt instemmingsrecht op de persoon die de rol van de preventiemedewerker gaat uitvoeren en zijn positie in de organisatie.
- De preventiemedewerker geeft de arbodienstverleners regelmatig advies en werkt met ze samen.
- Er komen minimumeisen aan het contract (een zogenoemd basiscontract) met de arbodienstverlener. Hierin moeten onder meer de taken komen te staan waarbij u zich moet laten ondersteunen door een arbodienstverlener. Uiterlijk een jaar na inwerkingtreding van de wijzigingen moeten bestaande contracten zijn aangepast, dus per 1 juli 2018.
Op rendement.nl/hrdossier vindt u een poster met alle wijzigingen in de Arbowet op een rij.