7.1 Drie verplichtingen voor de werkgever
Om de werkneemster in staat te stellen de borstvoeding voort te zetten, heeft de werkgever wettelijk drie verplichtingen tegenover werkende vrouwen die borstvoeding geven.
Onder werktijd
kwart van haar werktijd
De werkgever moet de werkneemster de gelegenheid bieden om onder werktijd borstvoeding te geven. Een werkneemster mag maximaal een kwart van haar werktijd gebruiken voor het geven van borstvoeding tot haar kind negen maanden is. De werkgever betaalt het loon voor die uren door en mag dit niet inhouden op het loon.
Geschikte ruimte
kolven
De werkgever zorgt voor een geschikte en afgesloten ruimte voor het voeden of kolven. Als dit niet mogelijk is, kan de werkneemster zelf een plek regelen. Ook kan zij naar de baby toegaan.
Informatieplicht
borstvoeding
werktijden
De werkgever moet de werkneemster informeren over haar rechten bij het geven van borstvoeding. U kunt als arboprofessional met de werkneemster hierover overleggen en afspraken maken over hoe de voeding te regelen. In overleg met de werkgever kunt u ook de werktijden van de werkneemster aanpassen of kan zij gedeeltelijk thuis werken.