8.5 Debattechnieken

gelijk krijgen

Een andere gelegenheid waarbij sprekers moeten kunnen argumenteren, is het debat. Een debat verschilt op een aantal cruciale punten van een discussie. In een debat gaat het niet om gelijk hébben, maar om gelijk kríjgen. Het draait minder om de inhoud van uw argument en meer om de manier waarop u het presenteert. Een derde partij – een jury – beslist wie het debat wint. Uw doel is om de jury en eventueel het publiek te overtuigen, niet zozeer de tegenstander. U moet uw betoog daarom ook richten tot de jury en het publiek, niet tot uw tegenstander. Tijdens een debat zijn zaken als spreekvolgorde en spreektijd vaak strak vastgelegd.

Goed oefenen

voorbereiding

lichaamstaal

Hoewel sommige aspecten u moeten liggen, kunt u debatteren grotendeels leren door goede voorbereiding en veel oefenen. Let daarbij op de volgende zaken:

• Vermijd lange zinnen. Spreek bondig en scherp.
• Zorg dat uw spreekstijl aantrekkelijk en boeiend is. Denk goed na over uw woordkeuze en gebruik waar mogelijk metaforen en andere stijlmiddelen.
• Beperk u tot een paar steekhoudende, originele argumenten. Daarmee staat u sterker dan met een lange lijst zwakke argumenten.
• Humor kan een krachtig wapen zijn, maar kan ook verkeerd uitpakken als de jury deze niet begrijpt of bijvoorbeeld beledigend vindt.
• Ondersteun uw verhaal met lichaamstaal. Sta stevig om zelfvertrouwen uit te stralen en maak handgebaren. Overdrijf het echter niet: dan kunnen gebaren juist afleiden.
• Varieer tijdens het spreken in toonhoogte, volume en spreeksnelheid om uw verhaal kracht bij te zetten.
• Maak contact met uw publiek en de jury. Dit kan door oogcontact, maar ook door hen direct aan te spreken: ‘Beste jury/collega’s/aanwezigen…’