4.4 Wie bent u?
introductie
Stel uzelf kort en bondig voor. Met deze introductie leert de luisteraar wie u bent en wat voor werk u doet. Wie u bent, is vrij eenvoudig te vertellen. U begint met uw naam. Deel altijd uw voor- en achternaam. Dit maakt u toegankelijker en maakt de stap naar een informeler contact mogelijk.
tutoyeren
Dat laatste is een belangrijke reden waarom u zowel uw voor- als achternaam moet noemen. De luisteraar kan kiezen hoe hij u aanspreekt. Hij kan u direct bij uw voornaam aanspreken of met meneer of mevrouw en de achternaam. Vervolgens kunt u vragen of de luisteraar het goed vindt als jullie elkaar tutoyeren. Zo krijgt de persoon in kwestie meteen de juiste indruk van u en dat is wat u wilt: u wilt een goede indruk wekken. Zo komt uw pitch beter binnen bij uw publiek.