3.2 Oproepcontract met voorovereenkomst
Als u een voorovereenkomst sluit, kunt u de oproepkracht oproepen maar bent u dat niet verplicht, zelfs niet als u extra werk heeft. U kunt dus zelf beslissen of u de oproepkracht oproept. Bij een voorovereenkomst hoeft u bovendien alleen loon te betalen als de oproepkracht daadwerkelijk werkt. Daar staat tegenover dat de oproepkracht niet verplicht is om te komen werken als u hem oproept. De oproepkracht heeft dus geen zogenoemde ‘verschijningsplicht’.
arbeidsovereenkomst
Pas op het moment dat u de oproepkracht met een voorovereenkomst oproept en hij gehoor geeft aan die oproep, ontstaat een arbeidsovereenkomst. Daarbij gelden de afspraken uit de voorovereenkomst. De voorovereenkomst is dus de overeenkomst die letterlijk vóór de arbeidsovereenkomst ligt. Voor elke periode waarin de oproepkracht werkt, krijgt hij een nieuwe (meestal tijdelijke) arbeidsovereenkomst. Let daarop in verband met de ketenbepaling (paragraaf 3.2.2).
Verschijningsplicht? Dan geen voorovereenkomst
Verplicht u een oproepkracht in de overeenkomst om na een oproep te komen werken, dan is er geen sprake van een voorovereenkomst. Hetzelfde geldt als de oproepkracht een oproep alleen kan weigeren op basis van specifieke omstandigheden of omstandigheden die de werkgever beoordeelt. In beide gevallen moet de oproepkracht zich immers beschikbaar houden voor het verrichten van werkzaamheden en daadwerkelijk komen werken.
Staat één van die twee bepalingen toch in de overeenkomst, dan is er sprake van een gezagsverhouding en daarmee van een ‘gewone’ arbeidsovereenkomst waarop alle arbeidsrechtelijke regels van toepassing zijn.
3.2.1 Objectief bepaalbaar einde
Over het algemeen zal het uw bedoeling zijn om een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd aan te gaan, voor de duur van de oproep. Zorg er dan – net als bij ieder ander tijdelijk contract – voor dat er een objectief bepaalbaar einde van de arbeidsovereenkomst is.
‘Objectief bepaalbaar’ betekent dat het einde van het contract niet mag afhangen van de wil van de werkgever of de werknemer. Spreek dus niet af dat u de oproepkracht oproept om werkzaamheden te verrichten ‘zolang u extra personeel nodig heeft’. In dat geval bepaalt u als werkgever immers wanneer deze periode eindigt en is er geen sprake van een objectief bepaalbaar einde.
Objectief bepaalbaar wil niet zeggen dat de einddatum bekend moet zijn. Als u een contract sluit voor de duur van een project, maar niet precies weet wanneer het project eindigt, is het einde van het contract toch objectief bepaalbaar, want het eindigt bij afronding van het project.
3.2.2 Ketenbepaling
Roept u de oproepkracht meerdere malen op, dan moet u zich realiseren dat met elke oproep een nieuwe arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd ontstaat. U kunt niet onbeperkt tijdelijke contracten achter elkaar afsluiten, want dan krijgt u op een gegeven moment te maken met de ketenbepaling (zie hoofdstuk 2). Let dus goed op hoe vaak u een oproepkracht oproept als u wilt voorkomen dat er uiteindelijk een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd ontstaat.
3.2.3 Ziekte
minimumloon
Als een oproepkracht met voorovereenkomst ziek wordt tijdens de oproepperiode, moet u op grond van artikel 7:629 BW ten minste 70% van zijn loon betalen voor de duur van de oproep. Komt u daarmee onder het wettelijk minimumloon uit, dan heeft de oproepkracht recht op ten minste het minimumloon. Stel dat de oproepkracht na afloop van de oproep nog steeds ziek is, dan hoeft u over die periode geen loon door te betalen. De oproep is immers afgelopen en daarmee ook de arbeidsovereenkomst. De oproepkracht komt in dat geval mogelijk in aanmerking voor een Ziektewetuitkering van UWV.
Wordt de oproepkracht buiten de oproepperiode ziek, dan heeft hij op dat moment geen arbeidsovereenkomst en ontvangt hij dus ook geen loon. Wordt hij echter ziek binnen vier weken na afloop van het laatste contract, dan kan hij mogelijk wel een Ziektewetuitkering krijgen.