7.1 Wanneer recht op verlof
Werknemers hebben recht op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof als zij niet kunnen werken vanwege:
- onvoorziene omstandigheden die een onmiddellijke onderbreking van het werk vereisen;
- zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden;
- een door de wet of overheid opgelegde verplichting die niet in de vrije tijd van de werknemer kan plaatsvinden en waarvoor hij geen geldelijke vergoeding ontvangt;
- de uitoefening van actief kiesrecht.
feitelijke calamiteitenverlof
niet terecht
Bij de eerste situatie gaat het om het feitelijke calamiteitenverlof en de andere drie situaties kwalificeren als overig kort verzuimverlof. In de praktijk worden vaak alle omstandigheden van het calamiteiten- en ander kort verzuimverlof onder de noemer calamiteit(enverlof) geschaard. Dat is dus vaak niet terecht, omdat het niet altijd om een echte calamiteit gaat.
Calamiteit
op werknemer aangewezen
Een situatie van overmacht waarvoor het calamiteitenverlof geldt is bijvoorbeeld een dringende situatie van huishoudelijke aard of een plots ziek geworden kind dat onmiddellijk moet worden opgehaald van school of een andere zieke persoon die op de zorg van de werknemer is aangewezen. Bij een dringende situatie van huishoudelijke aard kunt u denken aan een gesprongen waterleiding, inbraak, kapotte verwarming of woningbrand.
zelf moeten bepalen
Er bestaat geen uitputtende lijst met situaties die als calamiteit kwalificeren. U zult dus – als hierover niets is vastgelegd in uw collectieve of individuele arbeidsvoorwaarden – zelf moeten bepalen of er sprake is van een acute (nood)situatie waarin een werknemer direct actie moet ondernemen die het calamiteitenverlof rechtvaardigt.
Persoonlijk
bevalling
Onder de bijzondere persoonlijke omstandigheden waarin een werknemer moet verzuimen, waarbij dit kwalificeert als (ander) kort verzuimverlof, vermeldt de WAZO in elk geval de bevalling van de echtgenote, geregistreerde partner of de persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont. Dit verlof kan dan overgaan in geboorteverlof (zie hoofdstuk 9).
De werkneemster die bevalt, heeft ook recht op verlof op grond van de Wet arbeid en zorg (WAZO), maar dan op zwangerschapsverlof. De dag van de bevalling valt nog onder het zwangerschapsverlof en de dag na de geboorte start het bevallingsverlof (zie paragraaf 8.1).
bloed- of aanverwant
Ook het overlijden en de begrafenis of crematie van een huisgenoot van de werknemer of een direct familielid van hem of zijn echtgenoot of geregistreerd partner geeft de werknemer recht op kort verzuimverlof op grond van zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden. Een direct familielid is een bloed- of aanverwant in de rechte lijn of in de tweede graad van de zijlijn (zie het kader verderop).
begeleiden
onverwacht
Verder geeft het spoedeisend, onvoorzien en redelijkerwijze niet buiten werktijd te plannen arts- of ziekenhuisbezoek door de werknemer recht op kort verzuimverlof als zijnde een zeer bijzondere persoonlijke omstandigheid. De werknemer heeft dit recht ook als hij iemand uit zijn naaste omgeving bij zulk arts- of ziekenhuisbezoek moet begeleiden en voor de noodzakelijke verzorging op de eerste ziektedag van iemand uit zijn naaste omgeving. Dat het kort verzuimverlof slechts geldt voor de eerste ziektedag is omdat die dag meestal onverwacht is en de werknemer niet zo snel iets kan regelen voor de zieke persoon uit zijn naaste omgeving. Voor de dag(en) erna kan hij dan mogelijk kortdurend zorgverlof opnemen (zie ook paragraaf 12.1) of iets anders regelen.
Ook bij arts- en ziekenhuisbezoek vanwege een vruchtbaarheidsbehandeling bestaat recht op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof. Rond de zwangerschap en bevalling erna zijn andere vormen van verlof mogelijk, deze worden in hoofdstuk 8 en 9 behandeld.
kind
andere sociale relatie
Bij personen uit de naaste omgeving van de werknemer gaat het voor deze regeling om:
- de echtgenoot, de geregistreerde partner of persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont;
- een kind tot wie de werknemer als ouder in een familierechtelijke betrekking staat;
- een kind van de echtgenoot, geregistreerde partner of persoon met wie de werknemer ongehuwd samenwoont;
- een pleegkind dat volgens de Basisregistratie Personen (BRP) op hetzelfde adres woont als de werknemer en dat hij als pleegouder verzorgt;
- een bloedverwant in de eerste of tweede graad (zie het kader hiernaast);
- degene die deel uitmaakt van de huishouding van de werknemer zonder dat er sprake is van een arbeidsrelatie;
- degene met wie de werknemer een andere sociale relatie heeft (voor zover de benodigde verzorging rechtstreeks uit die relatie voortvloeit en de werknemer hiervoor redelijkerwijs de aangewezen persoon is).
Verplichting
aangifte
Een door de wet of overheid opgelegde verplichting die niet in de vrije tijd van de werknemer kan plaatsvinden, is bijvoorbeeld aangifte van geboorte of overlijden.
Kiesrecht
buiten werktijd
geboren in dezelfde familie
Verlof voor het uitoefenen van actief kiesrecht kan gaan om een referendum of verkiezingen voor de Tweede Kamer of Provinciale Staten. Het moet hierbij gaan om de situatie dat het niet mogelijk is voor de werknemer om buiten werktijd te stemmen, met andere woorden: dat de werknemer zonder het verlof niet zou kunnen stemmen. Aangezien de stemlokalen tegenwoordig ruime openingstijden hebben, zal het niet vaak nodig zijn om werknemers verlof te geven om te kunnen stemmen.
Bepaling (graad van) bloed- en aanverwanten
hoeveel geboorten
Bloedverwanten zijn alle personen die zijn geboren in dezelfde familie en dus van hetzelfde bloed zijn. Adoptie, erkenning of gerechtelijke vaststelling van het vaderschap zorgt ook voor het ontstaan van bloedverwantschap. Aanverwanten zijn aangetrouwde familieleden, zoals schoonouders, zwagers en schoonzussen. Bloedverwanten in de rechte lijn stammen van elkaar af, zoals grootouders, ouders, kinderen en kleinkinderen. Bloedverwanten via de zijlijn stammen niet van elkaar af, maar hebben wel een gemeenschappelijke voorouder, zoals broers en zussen en neven en nichten. Een graad geeft aan hoeveel geboorten er tussen de personen zitten. Iemands moeder is bijvoorbeeld een eerstegraads bloedverwant in de rechte lijn en iemands oma is een tweedegraads bloedverwant in de rechte lijn. Zussen zijn een voorbeeld van tweedegraads bloedverwant in de zijlijn, want ze stammen niet van elkaar af, maar hebben wel een gemeenschappelijke voorouder (de moeder) waarbij er twee geboorten tussen zitten: die van de moeder en de zus.
Geen
andere
in meer situaties
De wet geeft geen recht op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof in andere omstandigheden waarin de werknemer de werkzaamheden niet verricht. Dus als een werknemer bijvoorbeeld het vliegtuig mist om van vakantie terug te komen, is er in principe geen sprake van een calamiteit die recht geeft op verlof. Uw individuele arbeidsovereenkomst, collectieve arbeidsovereenkomst (cao) of bedrijfsreglement kan werknemers uiteraard wel in meer situaties recht geven op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof geven dan de WAZO doet. Meestal is ook vastgelegd in welke situaties werknemers precies recht hebben op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof, ter verduidelijking van de wettelijke regels. Sla zulke afspraken er dan ook altijd op na!
Sommige cao’s kennen voor het overlijden van een dierbare buitengewoon verlof, bijzonder verlof of rouwverlof toe. Vaak kan dit verlof enkele dagen duren. Verder kan er bijvoorbeeld recht op kort verzuimverlof zijn voor een huwelijk of ondertrouw van de werknemer of zijn kinderen.