8.4 Zwanger- en moederschap
borstvoeding
vrijaf
Zwangere vrouwen en moeders tijdens de lactatie (periode van het geven van borstvoeding) verdienen op grond van de arbowetgeving ook extra aandacht. Zo hebben zij het recht op aangepaste werkzaamheden en een aangepaste werkplek zodat er geen gevaren kunnen ontstaan voor de veiligheid van de werkneemster. De werkzaamheden mogen namelijk geen ‘terugslag’ veroorzaken op de zwangerschap of lactatie. Kunt u de werkzaamheden en werkplek niet voldoende aanpassen, dan moet u de werkneemster andere werkzaamheden aanbieden. En als dát niet mogelijk is, moet u de zwangere vrouw of jonge moeder zelfs vrijaf geven.
Over de definitie van een zwangere werkneemster is geen discussie. Het betreft iedere werkneemster tijdens haar zwangerschap. Wel moet de werkneemster u zelf op de hoogte stellen van haar zwangerschap.
8.4.1 Informatie
U moet de werkneemster die haar zwangerschap heeft bekendgemaakt binnen twee weken informatie verstrekken over de arbeidsrisico’s tijdens de zwangerschap. Hetzelfde geldt als de werkneemster nog borstvoeding geeft.
8.4.2 Tillen en hurken
fysieke arbeid
Het is belangrijk dat u voorkomt dat een zwangere vrouw bepaalde fysieke arbeid verricht die ze niet aankan. Ook vrouwen die net zijn bevallen of nog borstvoeding geven, moeten rustiger aan doen. Dat zorgt voor bepaalde restricties.
Gewicht
De werkneemster mag tijdens de gehele zwangerschap en tot drie maanden na de bevalling maximaal tien kilo tillen.
- Vanaf de twintigste week van de zwangerschap mag de zwangere medewerkster maximaal tien keer per dag vijf kilo tillen.
- Vanaf de dertigste week van de zwangerschap mag de werkneemster maximaal vijf keer per dag vijf kilo tillen.