3.4 Analyse van de oorzaak
Als de eerste hectiek naar aanleiding van een ziekmelding achter de rug is, is het tijd om te bekijken wat er nu precies met de werknemer aan de hand is. Dit gebeurt aan de hand van de probleemanalyse. Deze moet u verplicht laten uitvoeren door een gecertificeerde bedrijfsarts. Aan u de taak om erop toe te zien dat de arts de analyse tijdig doorvoert en hiervan schriftelijk verslag aan u uitbrengt.
3.4.1 Consult van bedrijfsarts
details
inschatting
De bedrijfsarts stelt de probleemanalyse uiterlijk in de zesde ziekteweek op aan de hand van persoonlijk contact met de werknemer. De werknemer moet de bedrijfsarts wel details over zijn ziekte geven. Niet omdat hij deze dan aan de werkgever kan doorspelen, dat is namelijk niet toegestaan. Die gegevens heeft de bedrijfsarts nodig om een goede inschatting te maken van wat de werknemer nog kan doen. In het geval van bijzondere of complexe indicaties kan de bedrijfsarts de zieke ook doorverwijzen naar een andere arbodeskundige of een medisch specialist.
privacy
In het verslag van het gesprek komen ook geen medische details te staan, zodat de privacy van de werknemer wordt gewaarborgd. Wel mag u van het verslag verwachten dat de bedrijfsarts duidelijk aangeeft wat de mogelijkheden en beperkingen van de werknemer zijn.
3.4.2 Inhoud van beperkte analyse
Niet elke probleemanalyse is even uitgebreid. Vaak zorgt de bedrijfsarts voor een beperkte analyse. Dit is het geval als:
- hij volledig herstel van de werknemer verwacht;
- re-integratieactiviteiten geen invloed zullen hebben op de verzuimperiode;
- hij niet over alle benodigde informatie beschikt om de situatie te analyseren, bijvoorbeeld omdat de mening van een specialist nodig is.
Inhoud
eerste ziektedag
De beperkte probleemanalyse bevat in ieder geval de datum van de eerste ziektedag en de datum waarop de analyse zelf is opgesteld. Daar mag maximaal zes weken tussen zitten. Daarnaast moeten in de beperkte probleemanalyse ook de volgende aspecten aan bod komen:
- de oorzaak van het verzuim, bijvoorbeeld arbeidsomstandigheden of een ongeluk buiten het werk;
- de voorlopige conclusie van de bedrijfsarts. Hier moet in ieder geval in staan dat re-integratieactiviteiten de verwachte verzuimduur niet kunnen inperken. Anders is alsnog een uitgebreide probleemanalyse noodzakelijk;
- het advies van de bedrijfsarts: het uiteindelijke doel, de manier waarop dit bereikt kan worden en afspraken over toekomstige evaluatiegesprekken.
3.4.3 Inhoud van volledige analyse
welk einddoel
Voldoet de situatie niet aan de voorwaarden voor een beperkte probleemanalyse, dan moet u van de bedrijfsarts een uitgebreide analyse krijgen. Als de bedrijfsarts tijdens de eerste zes ziekteweken een beperkte analyse heeft opgesteld, mag hij de volledige analyse na het verstrijken van de zesde week opstellen. Hiervan moet de arts wel melding maken. Daarnaast moeten de volgende elementen aan bod komen:
- voorlopige conclusie: dreigt langdurig verzuim? Welke maatregelen zijn er om de verzuimduur te beperken?
- advies: welke re-integratiemaatregelen kunnen u en de werknemer nemen om welk einddoel te bereiken?
- achtergrondinformatie: elementen die van belang kunnen zijn tijdens het verdere verzuimtraject, zoals de verzuimhistorie van de zieke of de uitkomst van een PMO;
- de mening van de werknemer over zijn ziekte, mogelijke oorzaken en oplossingen en het herstelperspectief;
- informatie voor de huisarts en eventuele andere behandelende artsen, zodat artsen elkaar kunnen aanvullen.
Werkgever blijft eindverantwoordelijk
advies negeren
De werkgever kan de eindverantwoordelijkheid voor de re-integratie nooit op de arbodienst afschuiven, zo is uit diverse rechtszaken gebleken. Daarom mag hij een advies negeren. Als de werkgever het advies van de bedrijfsarts terzijde schuift, moet hij daar wel een goede reden voor hebben, want ook daar kijkt de rechter naar. Werkgever en werknemer moeten het plan van aanpak bovendien ondertekenen. De werknemer moet daar dus wel mee instemmen. Is de werkgever het niet eens met de bedrijfsarts, dan vraagt hij een deskundigenoordeel aan bij UWV.
3.4.4 Plan van aanpak
Naar aanleiding van de probleemanalyse moet de werkgever vervolgens samen met de zieke werknemer een plan van aanpak opstellen. Hierin legt u afspraken vast over geplande re-integratieactiviteiten. Bovendien bepaalt u wat het doel van de re-integratie is. Het plan van aanpak moet uiterlijk in de achtste ziekteweek op papier staan. Alleen als u aan de hand van de probleemanalyse kunt aantonen dat re-integratieactiviteiten het herstel niet positief beïnvloeden, mag u het opstellen van een plan van aanpak achterwege laten.
In alle andere gevallen geldt dat het plan van aanpak geen statisch document is, welke afspraken u ook vastlegt. Doen zich nieuwe omstandigheden voor, dan kunt – en moet – u het plan aanpassen.
Evaluatiegesprekken
oproepen
extra ruimte plannen
Regelmatige evaluatiegesprekken met de werknemer zijn dan ook een must om na te gaan of het plan wel of niet moet worden bijgesteld. De Wet verbetering poortwachter verplicht u ook deze evaluaties minimaal één keer per zes weken te laten plaatsvinden. Ook de bedrijfsarts moet de werknemer minstens elke zes weken oproepen voor een consult. Voor een logische gang van zaken is het raadzaam dat u met de arbodienst de afspraak maakt dat de bedrijfsarts zieke werknemers elke vijf weken treft. Het duurt immers een paar dagen voor u het verslag van het nieuwe consult onder ogen heeft. Vervolgens moet u ook nog een geschikt moment kiezen voor de interne zeswekelijkse evaluatie. Het is dus geen overbodige luxe om wat extra ruimte in de poortwachterplanning te creëren.