5.1 Gedeeld werkgeverschap
feitelijke werkgever
Bij de meest gangbare vorm van payrolling is er meestal sprake van gedeeld werkgeverschap. De inlener is de feitelijke werkgever (en verantwoordelijk voor wat er op de werkvloer gebeurt) en het payrollbedrijf is de formele of juridische werkgever. Het voordeel van deze vorm van payrolling is dat de juridische werkgever een groot deel van de werkgeversrisico’s op zich neemt.
verlonen
De tweede vorm van payrollen is ‘verlonen’: de werknemers blijven (of komen) gewoon bij uw organisatie in dienst, maar u besteedt uw salaris- en personeelsadministratie uit. Bij deze vorm van payrolling blijft u gewoon de juridische werkgever en loopt u dus ook alle bijbehorende werkgeversrisico’s. Die risico’s zult u moeten afdekken met bijvoorbeeld een ziekteverzuim- en rechtsbijstandsverzekering.
Wet werk en zekerheid
extra diensten
Het voordeel van beide vormen van payrolling is dat het payrollbedrijf een deel van het regelwerk uit handen neemt. Aan het uitbesteden van uw personeels- en salarisadministratie hangt uiteraard een prijskaartje. U betaalt immers voor de extra diensten die het payrollbedrijf biedt en de risico’s die het op zich neemt.
Die risico’s zijn met de introductie van de Wet werk en zekerheid groter geworden (zie paragraaf 5.3). Hierdoor kan het zijn dat u meer moet betalen als u een payrollbedrijf inschakelt, omdat het bureau de toegenomen risico’s en kosten zal doorberekenen aan de inlener.
Verschil tussen payrolling en detachering
opslag
De verschillen tussen payrolling en detachering zitten vooral in het werven van kandidaten en de kosten. Bij detachering werft het detacheringsbureau geschikte kandidaten en neemt deze in dienst. Bij payrolling zoekt de inlener zelf kandidaten en brengt die onder bij een payrollbedrijf. De kosten van detacheren zijn meestal hoger dan die van payrolling, omdat het detacheringsbureau een hogere opslag berekent over ieder contractuur.