7.7 Afwijken van de wet of cao
afwijken
De werkgever is in principe gebonden aan de regels die in de wet en cao staan. De arbeidsrechtelijke wetten kennen relatief veel dwingendrechtelijke bepalingen. Daarvan mag niet worden afgeweken in het nadeel van de werknemer. Toch mag de cao in specifieke gevallen afwijken van de wet en mag de werkgever op zijn beurt afwijken van de cao (of wet). In de wet staat precies wanneer dat mag.
7.7.1 Verruimingsmogelijkheid
arbeidsduur
dwingendrechtelijk
Een voorbeeld van een dwingendrechtelijke bepaling is artikel 634 boek 7 Burgerlijk Wetboek (BW) waarin staat dat een werknemer recht heeft op minimaal viermaal de overeengekomen arbeidsduur per week aan vakantiedagen. Spreekt uw werkgever dus met een fulltime werknemer af dat hij jaarlijks achttien vakantiedagen opbouwt, dan heeft hij – ondanks zijn instemming – toch recht op twintig dagen.
Naast de dwingendrechtelijke bepaling kent de wet ook driekwart dwingendrechtelijke, vijfachtste dwingendrechtelijke en semi-dwingendrechtelijke bepalingen. Die bieden allemaal enige ruimte om van de wettelijke bepaling af te wijken. U kunt in het wetsartikel óf in de afdeling van de wet lezen of één van deze verruimingsmogelijkheden geldt.
Driekwart dwingend
Driekwart dwingend recht houdt in dat een afwijking van de wettelijke bepaling alleen mogelijk is in de cao of in een regeling door of namens een bevoegd bestuursorgaan. Een voorbeeld hiervan is artikel 652 lid 7 boek 7 BW waarin staat in welke omstandigheden bij cao een proeftijd kan worden geregeld die langer is dan de wettelijke proeftijd.
Vijfachtste dwingend
afwijken
In vijfachtste dwingend recht staat dat u van de wettelijke bepaling kunt afwijken in de cao maar ook in de schriftelijke overeenkomst met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging. Dit type staat bijvoorbeeld in de Wet arbeid en zorg en in de Wet flexibel werken.
Semi-dwingend recht betekent dat u schriftelijk mag afwijken van de bepaling. Zo mag u op grond van artikel 640 lid 2 boek 7 BW in een schriftelijke overeenkomst vastleggen dat een werknemer tijdens de duur van zijn contract afstand kan doen van zijn bovenwettelijke vakantiedagen, ook al wijkt dat af van de wet.