U bent hier

Onderneming & Personeel
Aan de slag met de cao7. Wettelijk kader voor cao’s7.4 Obligatoire bepalingen

7.4 Obligatoire bepalingen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier OR Rendement
Publicatiedatum: oktober 2017

Obligatoire bepalingen zijn verplichtingen die gelden tussen de partijen die een cao sluiten. Het gaat dan om afspraken tussen de werknemersorganisatie(s) en werkgever of werkgeversorganisatie(s). Deze bepalingen zijn dan ook niet direct van belang voor werknemers en werkgevers die niet zelf de cao sluiten. U kunt deze bepalingen als het organisatorische gedeelte van de cao beschouwen.

7.4.1 Wettelijk verplicht

Een aantal van deze obligatoire bepalingen is wettelijk verplicht volgens de Wet op de cao.

Mededelingsplicht

toelichting

De mededelingsplicht houdt in dat cao-partijen verplicht zijn om hun leden zo spoedig mogelijk de tekst van de cao en eventuele toelichting te verstrekken. Vaak bevatten cao’s hierbij de bepaling dat werkgevers een exemplaar van de tekst aan hun werknemers moeten overhandigen. Deze verplichting geldt ook voor wijzigingen en uitdrukkelijke verlengingen van de cao. Opvallend genoeg bevat de wet geen mededelingsverplichting voor opzegging of stilzwijgende verlenging van de cao.

Hierdoor kan het voorkomen dat één van de partijen de cao opzegt, maar dat leden van die cao-partij niet weten dat zij niet langer gebonden zijn aan de cao.

Beïnvloedingsplicht

stakings-
initiatieven

Volgens deze plicht moeten de cao-partijen bevorderen dat hun leden de voor hen geldende verplichtingen uit de cao naleven. Tegelijk moeten zij alles nalaten wat ertoe kan leiden dat een bepaalde partij de cao niet naleeft. Het steunen van stakingsinitiatieven door leden is voor de verenigingen dus niet toegestaan.

Garantieplicht

De cao kan bepalen dat partijen die de cao zijn aangegaan, als verenigingen instaan voor hun leden. Dit is de garantieplicht. In de praktijk komt dit echter niet of nauwelijks voor, omdat de realisering ervan via de rechter de verhoudingen tussen de betrokken partijen ernstig kan verstoren. Met alle gevolgen van dien bij de eerstkomende onderhandelingen voor een nieuwe cao.

7.4.2 Niet wettelijk verplicht

In de diverse cao’s keert een aantal buitenwettelijke, obligatoire bepalingen veelvuldig terug. De meest voorkomende van deze bepalingen zijn de vredesplichtclausule, de onderhandelingsclausule en de openbreekclausule.

Vredesplichtclausule

looptijd

Hierin spreken de cao-partijen af dat tijdens de looptijd van de cao geen stakingen plaatsvinden en dat partijen ook geen andere pressiemiddelen inzetten.

Onderhandelingsclausule

Met deze clausule verplichten de partijen zich om voor het einde van de cao met elkaar in onderhandeling te treden over de volgende cao.

Openbreekclausule

veranderde situatie

Deze clausule geeft de partijen het recht om, bijvoorbeeld in een veranderde economische situatie, eerder met elkaar in onderhandeling te treden.

7.4.3 Overige bepalingen

reorganisatie

Daarnaast kunnen de cao-partijen nog de volgende obligatoire bepalingen in de cao opnemen:

  • de verplichting om een pensioenfonds te financieren;
  • de verplichting om tijdig een voornemen tot reorganisatie te melden;
  • de informatieverplichting over ledenbestanden;
  • het instellen, in stand houden en deelnemen aan overlegorganen en adviescolleges;
  • de medezeggenschapsrechten van de werknemersvereniging bij fusies en collectief ontslag.

Niet verplicht

verplichtingen

De partijen zijn niet verplicht om deze clausules op te nemen in de cao. Ook is bovenstaande lijst niet uitputtend; de partijen kunnen elkaar ook nog andere verplichtingen opleggen.

Soorten cao-bepalingen