10.1 Ziektewet
geen werkgever
no-riskpolis
De Ziektewet is een vangnet voor twee groepen:
- Zieke werknemers die geen werkgever meer hebben. Denk aan uitzendkrachten, werknemers van wie het dienstverband tijdens ziekte afloopt en mensen met een WW-uitkering.
- Werknemers die nog wel in dienst zijn, maar ziek zijn geworden als gevolg van zwangerschap, bevalling of orgaandonatie en werknemers die onder de no-riskpolis vallen (bijvoorbeeld omdat ze een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangen).
De werkgever moet deze tweede groep ‘vangnetters’ loon doorbetalen, maar hij wordt dan gecompenseerd door de Ziektewetuitkering van UWV. Meestal maakt UWV de uitkering rechtstreeks aan de werkgever over.
10.1.1 Premies voor de Ziektewet
potjes
Aof
Whk
Uw organisatie betaalt via de premies werknemersverzekeringen een ZW-premie die over diverse potjes wordt verdeeld. De instroom van (oud-)werknemers in de ZW heeft niet op alle premiepercentages invloed:
- Uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) worden diverse uitkeringen bekostigd, zoals de WAO- en de IVA-uitkeringen. Sinds 1 januari 2014 horen daar ook de ZW-uitkeringen bij aan werknemers die ziek zijn wegens zwangerschap of orgaandonatie en die vallen onder de no-riskpolis. Eerder werden deze uitkeringen gefinancierd uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf) en het Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo). De premie die u nu betaalt voor deze ZW-uitkeringen, wordt wel de Aof-premie genoemd. .
- De Ziektewetuitkeringen voor flexwerkers werden tot 1 januari 2014 betaald uit de sectorfondsen. Sinds 2014 worden deze echter gefinancierd vanuit de Werkhervattingskas. Daarmee wordt de premie voor de ZW-flex ondergebracht bij twee andere premies die op dezelfde manier worden gedifferentieerd: de WGA-vast en de WGA-flex. Samen worden deze premies de gedifferentieerde premies Werkhervattingskas (Whk) genoemd.
10.1.2 Werkgeverspremie flexwerkers
gedifferentieerd
gedeeltelijk
sectorpremie
Uw organisatie heeft te maken met een individueel bepaalde ZW-premie, een sectorpremie of een combinatie van beide. Dit hangt af van de grootte van uw organisatie:
- een gedifferentieerde premie gebaseerd op individuele ZW-instroom voor grote werkgevers (met een loonsom van meer dan honderd maal de gemiddelde loonsom);
- een gedeeltelijk individueel en gedeeltelijk sectoraal bepaalde premie voor middelgrote werkgevers (met een loonsom van meer dan tien, maar gelijk aan of minder dan honderd maal de gemiddelde loonsom);
- een sectoraal bepaalde premie voor kleine werkgevers (met een loonsom gelijk aan of kleiner dan tien maal de gemiddelde loonsom).
gemiddelde loonsom
UWV stelt jaarlijks de gemiddelde loonsom vast. Voor de vaststelling van de premie ZW-flex in het premieplichtig jaar t kijkt UWV naar de gegevens uit t–2. Dus voor 2015 gaat UWV uit van het premieplichtig loon in 2015–2 = 2013.
Publiek of privaat
eigenrisicodrager
De gedifferentieerde premie voor de ZW-flex is bedoeld als prikkel voor werkgevers om zich in te zetten voor re-integratie van deze groep werknemers. Maar u kunt ervoor kiezen om eigenrisicodrager te worden voor dit deel van de Ziektewet. Zo kunt u meer invloed uitoefenen op de kosten van de Ziektewet. U betaalt dan niet de premie van UWV, maar draagt de kosten voor de uitkeringen zelf. U kunt dit risico privaat herverzekeren. U betaalt dan een verzekeringspremie, maar die kan lager uitvallen dan de premie die u aan UWV moet betalen.
Wat is een flexwerker?
Wie vallen er nu eigenlijk onder de definitie ‘flexwerker’ voor de premie ZW-flex? De Belastingdienst definieert het als volgt:
- werknemers die ziek uit dienst gaan binnen twee jaar na hun eerste ziektedag;
- werknemers die binnen vier weken na het einde van het dienstverband ziek worden;
- zieke werknemers met een fictieve dienstbetrekking, zoals provisiewerkers, stagiairs die een stagevergoeding kregen, thuiswerkers en uitzendkrachten.