1.3 Inhoud voorlopig reglement
Het voorlopig OR-reglement moet de procedure voor de verkiezingen bevatten. In principe is dat zelfs het enige dat erin moet staan. Dat wil nog niet zeggen dat het opstellen ervan een eenvoudige zaak is. Het is namelijk van belang dat uw bestuurder helder omschrijft welke procedures gevolgd moeten worden bij de verkiezingen, want juist over onduidelijkheden en onregelmatigheden bij verkiezingen ontstaan vaak conflicten.
Zelf een OR-reglement opstellen is nog niet zo eenvoudig, ook omdat het juridisch allemaal moet kloppen. Daarom gebruiken bestuurders en ondernemingsraden vaak een voorbeeldreglement. Meer informatie daarover vindt u in hoofdstuk 10.
1.3.1 Verkiezingen
hoe lang
kiesstelsel
kandidaat-stelling
zittingstermijn
In artikel 10 WOR staat wat er in het reglement allemaal geregeld moet worden om verkiezingen voor de OR te organiseren. Uw bestuurder of de voorbereidingscommissie moet behoorlijk wat keuzes maken en dingen uitzoeken. Denk hierbij aan de volgende kwesties:
- Hoe lang moeten mensen in de organisatie werken om kiesgerechtigd of verkiesbaar te kunnen zijn?
- Wel of niet instellen van kiesgroepen voor aparte onderdelen van de organisatie?
- Kiesstelsel: kiest hij voor het personenstelsel of lijstenstelsel? Een lijstenstelsel werkt met ‘partijen’ op een bepaald inhoudelijk programma, te vergelijken met verkiezingen voor de Tweede Kamer. Bij een personenstelsel stemmen werknemers direct op personen.
- Kandidaatstelling: vakbondsleden kandideren zich via de vakbonden. Kandidaten die geen lid zijn van een vakbond kunnen zich kandideren via een vrije lijst.
- Verkiezingen en bekendmaken van de uitslag. Hoe en wanneer?
- Opvullen van vrijkomende plaatsen in de OR. Wie volgt een OR-lid op dat tussentijds vertrekt?
- Zittingstermijn OR. Een termijn van drie jaar is gebruikelijk, maar twee of vier jaar is ook mogelijk.
In hoofdstuk 5 komen alle onderwerpen die geregeld moeten worden bij de verkiezingen van de ondernemingsraad uitvoerig aan bod.
1.3.2 Optionele bepalingen
kiesrecht
Er bestaat een aantal onderwerpen die al in de WOR zijn geregeld, maar waarover u in uw OR-reglement afwijkende afspraken kunt opnemen. Het gaat dan om:
- de instelling van kiesgroepen;
- het kiesrecht van werknemers;
- de zittingstijd van de OR;
- de omvang van de OR.
Ook uw bestuurder of de voorbereidingscommissie moet hierover nadenken bij de oprichting van een OR.
Kiesgroepen
aandacht
De OR hoort een evenredige vertegenwoordiging van de werknemers in de organisatie te zijn. Als uw bestuurder verwacht dat bij verkiezingen niet alle groepen vertegenwoordigd worden of als hij vindt dat een bepaalde groep werknemers specifiek aandacht moet krijgen, kan hij kiesgroepen instellen. Hij moet deze kiesgroepen beschrijven in het voorlopig OR-reglement.
Uw bestuurder mag geen regels in het voorlopig reglement opnemen die in strijd zijn met de wet. Dit betekent ook dat het voorlopig OR-reglement niet mag verhinderen dat de WOR juist wordt toegepast.
Kiesrecht
verkiesbaar
diensttijdeis
Vroeger kreeg een werknemer pas stemrecht (actief kiesrecht) als hij zes maanden in de organisatie werkte en kon hij zich pas na een jaar verkiesbaar stellen voor de OR (passief kiesrecht). Sinds 1 januari 2022 hebben werknemers actief en passief kiesrecht als zij ten minste drie maanden in dienst zijn. Artikel 6, lid 5 WOR biedt ook nu nog de mogelijkheid om af te wijken van deze diensttijdeis als dat bevorderlijk is voor een goede toepassing van de wet.
U kunt overwegen om de diensttijdeis te verlengen. Mogelijk is uw organisatie erg groot en complex. Als u kunt beargumenteren dat het om die reden noodzakelijk is om langer in dienst te zijn voordat een werknemer actief of passief kiesrecht krijgt, kunt u de diensttijd verlengen.
Uitzendkrachten
inlener
Uitzendkrachten gaan na 15 maanden medezeggenschapsrechten opbouwen en krijgen dus (passief en actief) kiesrecht als zij 18 maanden (15+3) bij de inlener werken.
Zittingstijd
De gebruikelijke zittingsduur stelt de WOR op drie jaar. In het OR-reglement mag echter ook gekozen worden voor twee of vier jaar. Dit is geregeld in artikel 12, lid 2 WOR.
Omvang
afwijkend aantal
Artikel 6, lid 1 WOR bepaalt hoeveel leden de OR moet hebben gezien het aantal werknemers in een organisatie. Dit artikel geeft uw OR ook de mogelijkheid samen met uw bestuurder een afwijkend aantal leden voor de OR vast te stellen. Uw bestuurder kan echter in het voorlopig reglement niet zomaar van het wettelijke zetelaantal afwijken.
1.3.3 Regels over de werkwijze
Naast de regels voor de verkiezingen van de eerste OR, kan uw bestuurder in het voorlopig reglement ook regels opnemen over de manier waarop die OR moet gaan werken. Denk aan het aantal OR-leden dat bij een vergadering moet zijn, de manier waarop het secretariaat werkt en de manier waarop verslagen worden verspreid.
Na verkiezingen
voorbeeld-reglement
In principe hoeft uw bestuurder bij het opstellen van het voorlopig reglement nog niet na te denken over de werkwijze van de OR. Het is dan aan uw OR om dit na de verkiezingen zelf zo snel mogelijk te regelen en deze werkwijze vast te leggen in het definitieve OR-reglement. In de praktijk gebruiken veel bestuurders echter een voorbeeldreglement als basis voor het voorlopig OR-reglement en daar staan wel al regels over de werkwijze in (zie ook hoofdstuk 4).
De SER heeft in 2020 een nieuw OR-voorbeeldreglement ontwikkeld. Daarin staan de bepalingen over de verkiezingen. Deze zijn ook aangepast aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Meer over het voorbeeldreglement leest u in hoofdstuk 10.
1.3.4 Niet in het voorlopig reglement
scholing
overleg- vergadering
De volgende onderwerpen zijn afspraken met een bestuurder en een OR. Ze horen dus niet thuis in een voorlopig OR-reglement. Het is wel zinnig om er na de eerste verkiezingen goede afspraken over te maken:
- het aantal vrijgestelde uren van de OR-leden en hoe deze vrijstelling wordt gerealiseerd;
- eventueel meer dan de wettelijke vijf dagen voor scholing en vorming van OR-leden;
- eventueel budget voor OR-werk;
- de gang van zaken in de overlegvergadering tussen OR en WOR-bestuurder;
- afspraken over extra faciliteiten en bevoegdheden voor de ondernemingsraad.
1.3.5 Regeling voor bezwaar
Let erop dat uw bestuurder of de voorbereidingscommissie een bezwarenregeling opneemt in het voorlopig reglement. Werknemers en andere belanghebbenden (zoals de vakbonden) kunnen dan bezwaar maken:
- als ze vinden dat bepaalde werknemers ten onrechte niet op de lijst(en) staan;
- als ze het er niet mee eens zijn dat lijsten geldig, of juist ongeldig, verklaard zijn;
- als ze bezwaren hebben tegen de gang van zaken tijdens de verkiezingen en tegen de verkiezingsuitslag.
1.3.6 Duidelijke communicatie
ter inzage
Uw bestuurder moet ervoor zorgen dat de werknemers het voorlopig reglement kunnen lezen. Dat kan door het reglement te e-mailen, te posten of op intranet te plaatsen (met een bericht op de openingspagina). Als niet iedereen in de organisatie de beschikking heeft over een pc, moet uw bestuurder het voorlopig reglement ook ter inzage leggen op plekken waar iedereen gemakkelijk bij kan.
Voor de personeelsvertegenwoordiging (PVT) is een reglement niet verplicht. Toch is het bij het instellen van een PVT verstandig als uw bestuurder ook hier een document maakt waarin staat hoe de verkiezingen geregeld worden.