8.3 Vakantie

Als bijtelling nodig is, moet u dat ook tijdens de vakantie van de werknemer blijven toepassen. Het maakt voor de bijtelling niet uit of de werknemer met de auto van de zaak op vakantie gaat of deze juist die periode ongebruikt voor zijn deur heeft staan. De auto staat de werknemer feitelijk ter beschikking en dus moet u blijven bijtellen. Krijgt de werknemer voor de vakantie een vervangende auto van de zaak, zorg dan dat u voor de juiste periode op grond van de juiste auto bijtelt (zie hoofdstuk 3).

Privékilometer

Het kan gebeuren dat de werknemer zijn auto van de zaak nauwelijks privé gebruikt, maar dat hij door het gebruik in de vakantie boven de 500 privékilometers uitkomt. U zult dan moeten bijtellen voor het gehele deel van het jaar dat de auto de werknemer ter beschikking staat. Hierdoor kan correctie van voorgaande tijdvakken nodig zijn. Dit is niet het geval als de werknemer een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ heeft (zie paragraaf 2.3). Alleen als de werknemer de auto inclusief sleutels vóór de vakantie bij u of de leasemaatschappij inlevert, mag u de bijtelling tijdens de vakantieperiode stopzetten.

Werknemersbijdrage

Maakt de werknemer benzine- en tolkosten in het buitenland, dan kunt u die kosten onbelast vergoeden of direct betalen via bijvoorbeeld een tankpas. Hier is ondanks dat het om privégebruik van de auto gaat toch sprake van een vergoeding van intermediaire kosten. U kunt ervoor kiezen om de kosten niet te vergoeden of te betalen, of om dat wel te doen maar dan ter compensatie de eigen bijdrage (tijdelijk) te verhogen. Die bijdrage kunt u vervolgens in mindering brengen op de bijtelling als duidelijk is vastgelegd dat de (tijdelijk) verhoogde eigen bijdrage voor privégebruik van de auto dient. De werknemer houdt er dan per saldo een lagere bijtelling aan over. Dat scheelt u aan loonheffingen.