U bent hier

Onderneming & Salaris
Auto van de zaak8. Bijzondere situaties8.2 De dga en de auto van de zaak

8.2 De dga en de auto van de zaak

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: februari 2024

Omdat de directeur-grootaandeelhouder (dga) van een bv ook werknemer is, gelden qua bijtelling in grote lijnen dezelfde regels bij het privégebruik van de auto van de zaak.

8.2.1 Gebruikelijk loon

loon in natura

De dga is echter geen standaard werknemer. Voor hem geldt de zogenoemde gebruikelijkloonregeling. Omdat het privégebruik van de auto wordt aangemerkt als loon in natura, heeft de bijtelling wegens privégebruik invloed op het loon dat een dga zichzelf moet uitkeren.

Fictief loon

vergelijkbaar

meest-
verdiendende

Het gebruikelijk loon wordt vastgesteld op het hoogste van de volgende bedragen:

  • het loon van een werknemer in de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’;
  • het hoogste loon van de meestverdienende werknemer;
  • het minimumbedrag is vastgesteld op € 56.000 (in 2024).

bijtelling

Als een dga op grond van de gebruikelijkloonregeling zichzelf een bedrag aan loon toekent, telt de eventuele bijtelling voor privégebruik van een auto van de zaak hierbij mee. Dit betekent dus dat u het loon in geld dus lager kunt vaststellen als de dga ook privé in een auto van de zaak rijdt.

Voorbeeld

Stel een dga krijgt op jaarbasis een salaris van € 25.000. Daarnaast rijdt hij een auto van de zaak, waarvoor een bijtelling van € 17.500 geldt. Om te voldoen aan de eis van de gebruikelijkloonregeling (€ 56.000) zal hij € 13.500 aan fictief loon moeten genieten. Hij betaalt loonbelastingen en premie volksverzekeringen/bijdrage Zvw over het gehele bedrag van € 56.000.

8.2.2 Meerdere auto’s

ritten-
administratie

Daarnaast heeft de dga als eigenaar en aandeelhouder speelruimte om meer dan één auto vanuit zijn eigen bv te kopen. Als hij meerdere auto’s heeft, die allemaal op naam van de bv staan, is de bijtelling afhankelijk van het privégebruik. Hierbij geldt de hoofdregel: de dga moet (met een sluitende rittenadministratie) van iedere auto afzonderlijk kunnen aantonen dat jaarlijks niet meer dan 500 kilometer privé is gereden. Lukt dat niet, dan moet u voor elke auto waar meer dan 500 privékilometers zijn gemaakt bijtellen.