9. Privégebruik bestelauto van de zaak
Voor sommige werkzaamheden, bijvoorbeeld in de bouw, is het makkelijker als de werknemer over een bestelauto beschikt. Als uw onderneming een bestelauto (van de zaak) ter beschikking stelt aan een werknemer, moet u in principe een bijtelling toepassen. Wilt u onder deze bijtelling uitkomen, dan moet u rekening houden met andere regels dan die voor de personenauto van de zaak gelden.
catalogusprijs
Rijdt de werknemer in een bestelauto van de zaak, dan moet u het eventuele privévoordeel dat die werknemer hiervan heeft, bij hem belasten. Dit doet u door middel van een bijtelling. Net als de personenauto van de zaak is de bijtelling voor de bestelauto van de zaak afhankelijk van de CO2-uitstoot. De bijtelling loopt in 2024 van 16% voor zover de bijtellingsgrondslag € 30.000 is (de zogeheten cap) tot en met 22% van de catalogusprijs (zie hoofdstuk 3). Voor bestelauto’s ouder dan 15 jaar speelt de CO2-uitstoot geen rol en geldt een bijtelling van 35% van de waarde in het economisch verkeer. U mag de bijtelling alleen achterwege laten als één van de hierna besproken situaties aan de orde is.
De grondslag voor de berekening van de bijtelling voor een bestelauto is hetzelfde als die voor een personenauto, tenzij het kenteken van de bestelauto is toegekend vóór 1 juli 2005. U gaat dan uit van de grondslag voor de bijtelling, inclusief de BTW en zonder de BPM.