2.3 Akkoord gaan met een besluit
voorzitter
Uiteindelijk zijn slechts twee uitkomsten mogelijk. Uw OR stemt wel of niet in met het vaststellen, wijzigen of intrekken van de voorgelegde regeling. Dat besluit uw OR in een eigen vergadering, die volgt op het overleg met uw bestuurder. Het is gebruikelijk dat de secretaris of voorzitter het schriftelijke antwoord op het instemmingsverzoek opstelt, op basis van de argumenten en het standpunt van uw OR.
2.3.1 Besluit motiveren
Of uw OR nu wel of niet instemt, altijd geldt de verplichting om daarvoor de redenen kenbaar te maken. Alleen een simpel ‘ja’ of ‘akkoord’ is onvoldoende. Bij een afwijzing zijn de argumenten nog veel belangrijker. Uw OR kan ook aangeven op welke punten uw bestuurder zijn besluit moet wijzigen om alsnog goedkeuring van zijn voorstel te krijgen.
Instemmingsrecht is geen vetorecht
wens
In tegenstelling tot het overeenstemmingsrecht, is het instemmingsrecht geen vetorecht. Na een negatief antwoord heeft de bestuurder nog andere opties. Hij kan:
- zijn besluit intrekken;
- zijn voorgenomen besluit aanpassen aan de wensen van de OR;
- via de bedrijfscommissie en in het uiterste geval via de kantonrechter proberen om vervangende instemming te krijgen.
De bedrijfscommissie voor mediation
impasse
conflict
Ontstaat er een impasse en komt u er met de bestuurder niet uit, dan kunt u naar de bedrijfscommissie voor bemiddeling. Dat is gratis en de procedure is informeel, kortdurend en laagdrempelig. Daarnaast is de bedrijfscommissie goed ingevoerd in het medezeggenschapsrecht. Bovendien lenen veel conflicten tussen de OR en de bestuurder zich beter voor bemiddeling dan voor een juridische procedure. Bemiddeling door de bedrijfscommissie is sinds 2013 geen verplichte stap meer. Bestuurder en ondernemingsraad kunnen ook onmiddellijk de rechter inschakelen.
Naar de rechter
De kantonrechter geeft alleen vervangende instemming als hij vindt dat de OR op onredelijke gronden instemming heeft geweigerd. Of omdat zwaarwegende organisatiebelangen de werkgever dwingen om tot dit besluit te komen. Heeft de bestuurder wel instemming van de OR gekregen, dan heeft hij toestemming om de gewenste aanpassing, intrekking of vaststelling uit te voeren. Hij moet laten weten, het liefst schriftelijk, wanneer hij de nieuwe regeling gaat invoeren, aanpassen of buiten werking stellen.
2.3.2 Geen instemming
reageren
Het kan voorkomen dat een bestuurder een besluit toch invoert, zonder dat uw OR ermee heeft ingestemd. Uw OR heeft twee manieren om hierop te reageren.
- Nietig verklaren
Ten eerste kan uw raad het besluit schriftelijk nietig verklaren en alle werknemers daarvan op de hoogte stellen (artikel 27, lid 5 WOR). Uw OR moet binnen een maand een beroep doen op de nietigverklaring van een besluit. Deze periode gaat in vanaf het moment dat
- uw bestuurder uw OR van de uitvoering van zijn besluit op de hoogte heeft gebracht;
- uw OR ontdekt dat uw bestuurder met de uitvoering van zijn besluit is begonnen.
- Verbieden
verslechtering
De andere mogelijkheid is dat uw OR of PVT via de kantonrechter of een spoedprocedure dit gedrag laat verbieden. Uw OR moet wel bedenken of dit de onvermijdelijke verslechtering van de relatie tussen de OR en bestuurder waard is.