U bent hier

6.2 Modelovereenkomsten

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: oktober 2016

niet verplicht

Als een opdrachtnemer voor u gaat werken, moet u samen bepalen of er sprake is van zelfstandigheid of loondienst. Een modelovereenkomst is niet verplicht; vaak is namelijk overduidelijk sprake van ondernemerschap of juist van werknemerschap. Twijfelt u echter, dan kunt u een model­overeenkomst gebruiken. Werkt u volgens zo’n overeenkomst, dan weet u zeker dat u geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen.

6.2.1 Soorten

Op de website van de Belastingdienst zijn verschillende soorten modelovereenkomsten te vinden:

  • algemene overeenkomsten;
  • overeenkomsten voor branches of beroepsgroepen;
  • individuele overeenkomsten.

Algemene overeenkomsten

breed toepasbaar

De Belastingdienst heeft samen met externe partijen (zoals ABU, VNO-NCW en MKB Nederland) algemene overeenkomsten gemaakt waaraan opdrachtgevers en opdrachtnemers zekerheid kunnen ontlenen. Deze algemene overeenkomsten zijn breed toepasbaar en dekken bijna alle soorten arbeidsrelaties waarin geen sprake is van een dienstverband.

Overeenkomst aanpassen aan uw situatie

Om ervoor te zorgen dat een algemene overeenkomst past bij de opdracht en de afspraken die u wilt maken, kunt u deze tot op zekere hoogte aanpassen. In de modelovereenkomst zijn sommige bepalingen gemarkeerd. Die kunt u beter niet aanpassen, omdat deze bepalen of er sprake is van een dienstbetrekking. De niet-gemarkeerde artikelen mag u aanvullen en aanpassen, als dat tenminste niet in strijd is met de gemarkeerde artikelen.

Overeenkomsten voor branches of beroepsgroepen

Veel branche- of koepelorganisaties leggen hun afspraken (op vrijwillige basis) voor aan de Belastingdienst. Overeenkomsten die zijn beoordeeld en goedgekeurd, worden op de website van de Belastingdienst gepubliceerd. Deze overeenkomsten zijn bedoeld voor iedereen die werkt volgens de voorwaarden van een branche, sector of beroepsgroep.

Verwijs naar het kenmerknummer!

beoordeeld

Als u een algemene overeenkomst of een goedgekeurde overeenkomst voor branches of beroepsgroepen gebruikt, moet u in de overeenkomst verwijzen naar het kenmerknummer en de datum waarop de Belastingdienst de overeenkomst heeft beoordeeld. Iedere beoordeelde en goedgekeurde overeenkomst krijgt een kenmerknummer en datum.

Gebruik voor de verwijzing de volgende tekst: ‘Deze overeenkomst is gebaseerd op de door de Belastingdienst op [DATUM] onder nummer [NUMMER] beoordeelde overeenkomst. De in die overeenkomst gemarkeerde bepalingen zijn in deze overeenkomst ongewijzigd overgenomen. Voor zover in deze overeenkomst aanpassingen hebben plaatsgevonden, zijn partijen van mening dat deze aanpassingen geen afbreuk doen aan de in de model- of voorbeeldovereenkomst gemarkeerde bepalingen.’

Als u de verwijzing niet opneemt in uw overeenkomst, kunt u er als opdrachtgever niet van uitgaan dat u geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen!

Individuele overeenkomsten

Als individuele opdrachtgevers en opdrachtnemers vinden dat de algemene of brancheovereenkomsten onvoldoende aansluiten op hun situatie, kunnen ze hun afspraken laten beoordelen door de Belastingdienst. Op de website van de Belastingdienst staan de individuele overeenkomsten die door of namens een individuele opdrachtgever of opdrachtnemer aan de fiscus zijn voorgelegd.

U kunt alleen gebruikmaken van deze overeenkomsten als opdrachtnemer en opdrachtgever onder dezelfde omstandigheden en in hetzelfde beroep werken. De tekst van deze overeenkomsten mag u niet veranderen.

Evaluatie van de overeenkomsten

Om zekerheid te krijgen dat de voorbeeldovereenkomsten van de Belastingdienst en de goedgekeurde opdrachtovereenkomsten uit de praktijk voldoen aan de eisen van de Wet DBA, heeft staatssecretaris Wiebes van Financiën in april 2016 een commissie in het leven geroepen die dit gaat toetsen. Vóór het einde van het jaar komt de commissie met een rapport met de (geanonimiseerde) bevindingen van de toets en – zo nodig – aanbevelingen.

6.2.2 Consequenties

geen loon­heffingen

Wat zijn nu de consequenties van zo’n overeenkomst? Als u een goedgekeurde overeenkomst sluit met een opdrachtnemer en zorgt dat er volgens die overeenkomst wordt gewerkt, heeft u, zoals gezegd, zekerheid dat u geen loonheffingen hoeft in te houden en af te dragen over de beloning. U loopt dan ook geen risico op naheffingen.

Het betekent ook dat de opdrachtnemer niet is verzekerd voor de werknemersverzekeringen en dus geen uitkering krijgt als hij werkloos, ziek of arbeidsongeschikt wordt.

verwijzen

U hoeft overigens niet bij elke opdracht een nieuwe overeenkomst te sluiten, als de zzp’er de opdrachten tenminste steeds onder dezelfde voorwaarden uitvoert. Als u ervoor kiest om een overeenkomst te gebruiken, is het wel verstandig om bij het maken van afspraken over een nieuwe opdracht te verwijzen naar het kenmerk en de datum van de overeenkomst die u volgt of de overeenkomst mee te sturen als bijlage.

6.2.3 Overgangsperiode

transitieplan

Om opdrachtgevers en opdrachtnemers de tijd te geven om te wennen aan de omschakeling van VAR naar het systeem van goedgekeurde overeenkomsten, houdt de Belastingdienst een overgangsperiode aan. De overgangsperiode duurt tot 1 mei 2017. De regels en afspraken voor die overgangsperiode zijn vastgelegd in een transitieplan.

Implementatiefase

toezicht

Per 1 april 2016 is de zogenoemde implementatiefase uit het transitieplan van start gegaan: er worden geen VAR’s meer verstrekt en aan bestaande VAR’s kan geen vrijwarende werking meer worden ontleend. Als u met (model)overeenkomsten wilt werken, heeft u tot 1 januari 2017 de tijd om de daarvoor benodigde aanpassingen te doen. De Belastingdienst houdt, zoals gezegd, in deze fase vooral toezicht, maar zal in principe geen boetes opleggen.

Als de fiscus bij een bedrijfsbezoek constateert dat er mogelijk sprake is van loondienst terwijl u en de opdrachtnemer dat niet beogen, krijgt u in deze fase geen boete, maar advies over de aanpassingen die u kunt doen om een dienstbetrekking te voorkomen.

Handhaving

Hoewel de Belastingdienst in de overgangsfase coulant is als het om handhaving gaat, zijn er drie situaties waarin aan de opdrachtgever en/of de opdrachtnemer naheffingsaanslagen en boetes kunnen worden opgelegd:

  • De opdrachtgever en opdrachtnemer werkten vóór 1 april 2016 met een VAR winst uit onderneming (VAR-wuo) of VAR directeur-grootaandeelhouder (VAR-dga) op basis waarvan de opdrachtgever vrijwaring had voor de loonheffingen, terwijl er feitelijk sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking en zij doen ook geen enkele moeite om hun werkwijze aan te passen.
  • De Belastingdienst heeft vóór 1 februari 2016 al schriftelijk laten weten dat de arbeidsrelatie moet worden aangemerkt als (fictieve) dienstbetrekking en heeft na 1 april 2016 geconstateerd dat de partijen zich niet hebben ingespannen om hun werkwijze te veranderen en (nog altijd) geen loonheffingen afdragen of voldoen.
  • Als er sprake is van grove schuld of opzet.
  • Einde van de overgangsperiode

    Op 1 mei 2017 komt de overgangsperiode ten einde. Als er dan sprake is van een dienstbetrekking en u geen loonheffingen inhoudt en betaalt, krijgt u een correctieverplichting of een naheffingsaanslag loonheffingen. Als er al sprake was van een dienstbetrekking in de overgangsperiode, krijgt u over de periode van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 geen correctieverplichting of naheffingsaanslag loonheffingen, tenzij er in die periode sprake was van één van de drie hiervóór genoemde situaties.