U bent hier

Onderneming & Personeel
Werken met flexkrachten4. Uitzendkrachten en ­gedetacheerden4.2 ABU-cao

4.2 ABU-cao

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: oktober 2016

niet-leden

De Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) is de grootste werkgeversorganisatie binnen de uitzendbranche. De ABU-cao is ook algemeen verbindend verklaard: de cao is ook van toepassing op niet-leden in de uitzendbranche. Dit houdt in dat alle uitzendbureaus in Nederland – met uitzondering van bureaus die zijn aangesloten bij de NBBU (zie ­paragraaf 4.3) – zich moeten houden aan de arbeidsvoorwaarden uit de ABU-cao voor uitzendkrachten.

4.2.1 Fasen

De ABU-cao kent een zogenoemd fasensysteem. Dit systeem bepaalt op welk soort uitzendovereenkomst de uitzendkracht recht heeft. Het fasensysteem bestaat uit drie fasen: A, B en C. Hoe verder de uitzendkracht in het fasensysteem zit, hoe meer rechten hij krijgt.

Fase A

Fase A duurt 78 gewerkte weken. Elke week waarin de uitzendkracht werkt, telt mee voor de opbouw van fase A. Zolang de uitzendkracht nog niet in meer dan 78 weken heeft gewerkt, blijft hij dus in fase A werkzaam. In deze fase is er sprake van uitsluiting van loondoorbetaling: de uitzendkracht ontvangt geen loon als hij niet werkt.

Fase B

terugvalloon

Een flexibele kracht komt in fase B van de ABU-cao terecht als zijn dienstverband wordt voortgezet binnen een periode van zes maanden na afloop van fase A. Fase B duurt maximaal vier jaar. In deze periode mogen maximaal zes overeenkomsten voor bepaalde tijd worden gesloten. Die overeenkomsten zijn in principe detacheringsovereenkomsten voor bepaalde tijd. Er worden afspraken gemaakt over het aantal uren dat de kracht werkt. Over die uren ontvangt hij in principe ook (terugval)loon (zie paragraaf 4.2.2), of er nu werk is of niet. Na vier jaar of bij een zevende detacheringsovereenkomst begint fase C.

Tot 1 juli 2015 mochten er in fase B maximaal acht contracten in twee jaar worden gesloten. Door de aanpassingen in de Wet werk en zekerheid zijn in fase B nu maximaal zes contracten in vier jaar mogelijk.

Fase C

Fase C begint direct na fase B of binnen zes maanden na voltooiing van fase B. In deze fase geldt een detacheringsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

4.2.2 Beloning

inleners­beloning

Een uitzendkracht die bij een uitzendbureau werkt dat onder de ABU-cao valt, heeft sinds 30 maart 2015 in principe recht op de zogenoemde ‘inlenersbeloning’ vanaf de eerste werkdag bij een opdrachtgever.

De inlenersbeloning betekent dat de uitzendkracht dezelfde beloning ontvangt als de werknemer die werkzaam is in een gelijke of gelijkwaardige functie in dienst van uw organisatie. Het is echter niet zo dat de hele cao of arbeidsvoorwaardenregeling van uw organisatie voor de uitzendkracht geldt. De uitzendkracht valt voor dat soort zaken immers onder de ABU-cao.

Eerder gold voor de ABU-cao dat de uitzendkracht de eerste 26 weken standaard het loon uit de CAO voor Uitzendkrachten ontving. Dat loon kon afwijken van de beloning van de inlenende organisatie.

Terugvalloon

feitelijk loon

In fase B en C heeft de flexibele kracht recht op het zogeheten terugvalloon als er tijdelijk geen of minder werk is en de uitzendkracht zich beschikbaar houdt voor werk. Het terugvalloon is in de ABU-cao 90% van het feitelijke loon dat de kracht verdiende voor het wegvallen van het aantal uren dat in de detacheringsovereenkomst is afgesproken. Het feitelijke loon is het brutoloon exclusief vakantiebijslag, toeslagen, vergoedingen, overuren en compensatie-uren.

4.2.3 Ziekte

Als de flexibele kracht ziek wordt, stopt een uitzendovereenkomst met uitzendbeding altijd direct (in fase A). De uitzendkracht kan dan meestal een Ziektewetuitkering (ZW-uitkering) krijgen via UWV.

aanvullen

Volgens de ABU-cao moet het uitzendbureau deze uitkering in het eerste ziektejaar aanvullen tot 91% van het uitkeringsdagloon (het gemiddelde loon voorafgaand aan de ziekte) en in het tweede ziektejaar tot 80%.

Ziekte in fase B en C

Een uitzendkracht die ziek wordt in fase B of C heeft volgens de ABU-cao (zolang de detacheringsovereenkomst doorloopt) tijdens het eerste ziektejaar recht op 91% van zijn loon en tijdens het tweede ziektejaar op 80% van zijn loon. Als de flexibele kracht nog ziek is op de datum dat de ­detacheringsovereenkomst eindigt, kan hij mogelijk een ZW-uitkering krijgen.