4.1 Gezagsverhouding
Alleen tussen de uitzendkracht en het uitzendbureau is er – juridisch gezien – sprake van een gezagsverhouding. Tussen deze twee partijen bestaat een arbeidsovereenkomst: het uitzendbureau is de werkgever en betaalt het loon van de uitzendkracht. Tussen uw organisatie (de inlener) en de uitzendkracht is alleen sprake van een uitzendovereenkomst.
gedelegeerde gezagsverhouding
Als inlener bent u dus geen werkgever van de uitzendkracht. Dat er geen arbeidsovereenkomst bestaat tussen inlener en uitzendkracht, wil niet zeggen dat u niets te zeggen heeft over de uitzendkracht. Er is sprake van een ‘gedelegeerde’ gezagsverhouding: de uitzendkracht werkt onder uw toezicht. Op basis daarvan mag u hem leiding en werkinstructies geven en van hem eisen dat hij zich houdt aan de bedrijfsregels, instructies over het werk opvolgt en veiligheidsmaatregelen respecteert.
4.1.1 Ketenbepaling
In artikel 7:691 BW is vastgelegd dat de teller voor de keten van arbeidsovereenkomsten (ketenbepaling) bij uitzendkrachten pas begint te lopen als de uitzendkracht in meer dan 26 weken arbeid heeft verricht. Tijdens deze periode tellen het aantal en de duur van de contracten nog niet mee in de keten.
beperkend
In de uitzendbranche zou de ‘gewone’ ketenbepaling erg beperkend werken: iedere keer als het uitzendbureau een werknemer uitleent, ontstaat immers een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Daardoor zou de maximale keten wel heel snel worden bereikt, wat de voordelen van uitzendwerk teniet zou doen.
Het uitzendbureau mag dus wettelijk gezien in de eerste 26 weken een onbeperkt aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd sluiten. Als de uitzendkracht zes maanden of langer niet voor het uitzendbureau heeft gewerkt, begint de termijn van 26 weken bovendien opnieuw.
4.1.2 Afwijken per cao
Sociale partners kunnen daarnaast bij cao afwijken van de regels voor contractketens. Dat is in de uitzendbranche dan ook gebeurd. Zowel in de cao van de Algemene Bond Uitzendondernemingen (ABU) (zie paragraaf 4.2) als in de cao van de Nederlandse Bond van Bemiddelings- en Uitzendondernemingen (NBBU) (zie paragraaf 4.3) is deze eerste periode van 26 weken verlengd tot 78 weken. Tot voor kort mocht die termijn bij cao onbeperkt verlengd worden.
Per 1 januari 2015 is de mogelijkheid om het uitzendbeding te hanteren wettelijk beperkt tot maximaal 78 weken. Voor lopende cao’s gold een overgangsregeling: die mochten nog tot uiterlijk 1 juli 2016 een afwijkende termijn voor verlenging aanhouden.