U bent hier

Onderneming & Personeel
Alle contractvormen voor werk4. Oproepovereenkomst4.5 Nulurencontract en ziekte

4.5 Nulurencontract en ziekte

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier HR Rendement
Publicatiedatum: mei 2022

Een werknemer die op basis van een nulurencontract werkt en ziek wordt, zal direct in de problemen komen als u geen loon meer betaalt. Deze werknemers doen op dat moment vaak een beroep op artikel 7:610b BW (het rechtsvermoeden van de arbeidsomvang). Op die manier proberen ze om tijdens hun ziekte een gemiddeld loon te claimen, dat ze hebben opgebouwd in de periode vóór de eerste ziektedag.

Structurele inzet

voorafgaand

gemiddelde

De meeste rechters kennen zulke loonvorderingen toe als de werkgever de werknemer structureel heeft ingezet in de periode voorafgaand aan de ziekte. Als de oproepkracht slechts enkele keren heeft gewerkt, kan de werkgever zich nog verweren door te stellen dat het rechtsvermoeden niet opgaat. Het moet immers gaan om een structurele inzet. Houd er dus rekening mee dat bij ziekte van een oproepkracht die langer dan drie maanden in elk geval structureel is ingezet, u waarschijnlijk een loondoorbetalingsverplichting heeft die gelijk is aan de gemiddelde arbeidsomvang van die werknemer vóór de periode van ziekte.

Wel of niet werken, wiens risico?

Oproepkrachten worden vaak ingezet om bepaalde werkfluctuaties op te vangen. Echter, zoals hiervoor is uiteengezet, is dat na de eerste drie maanden eigenlijk niet meer mogelijk (ervan uitgaande dat de werknemer een beroep doet op het rechtsvermoeden). Dit bleek ook uit een uitspraak van Rechtbank Amsterdam op 3 september 2020.

Lockdown

doorbetalen

In deze zaak ging het om een toeristengids in Amsterdam die niet meer werd opgeroepen. Door de lockdown wegens corona kwamen er namelijk amper toeristen. In dit geval kon hij wel een beroep doen op het rechtsvermoeden. Dit betekende dat de werkgever de toeristengids gedurende de lockdown moest doorbetalen, ook al was er geen werk. Rechtbank Amsterdam vond namelijk dat de pandemie voor rekening en risico van de werkgever kwam. Deze zaak maakt duidelijk dat oproepkrachten na drie maanden dezelfde rechten hebben als werknemers met een vaste arbeidsomvang (ECLI (verkort): 4354).