1.1 Werknemer
Burgerlijk Wetboek
Een werknemer is de ‘contractuele wederpartij’ van de werkgever bij een arbeidsovereenkomst. De arbeidsovereenkomst zal regelmatig in dit dossier terugkomen. Volgens artikel 7:610 van het Burgerlijk Wetboek (BW) is de arbeidsovereenkomst een overeenkomst waarbij de ene partij (de werknemer) zich verbindt in dienst van de andere partij (de werkgever) tegen loon gedurende een zekere tijd arbeid te verrichten. In dit dossier komen verschillende soorten (arbeids)overeenkomsten aan bod:
- arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (zie verder hoofdstuk 2);
- arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (zie verder hoofdstuk 3);
- oproepovereenkomst: arbeidsovereenkomsten met een onduidelijke arbeidsomvang (zie verder hoofdstuk 4);
- uitzendovereenkomst: arbeidsovereenkomst tussen een uitzendorganisatie en werknemer, met aansturing van het bedrijf dat hem inhuurt (zie verder hoofdstuk 5);
- detacheringsovereenkomst: zelfde als bij uitzenden, maar de aansturing van de werknemer blijft vaak bij het detacheringsbureau (zie verder hoofdstuk 6);
- payrollovereenkomst: arbeidsovereenkomst via een payrollbedrijf (zie verder hoofdstuk 7).
De nieuwe positie van ambtenaren
bestuursrecht
Naast de arbeidsovereenkomst is er nóg een soort van dienstbetrekking, namelijk ‘ambtenaarschap’. Ambtenaren hadden altijd, juridisch gezien, een andere positie. Ze vielen ook niet onder de civiele wetten, maar onder de regels van het bestuursrecht. Met de komst van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren is voor de meeste ambtenaren sinds 1 januari 2020 het arbeidsrecht van toepassing. Daarmee gelden voor de meeste ambtenaren dezelfde regels als voor werknemers. Wel zijn er nog specifieke groepen die onder het bestuursrecht vallen en dus geen werknemer zijn, zoals de politie en het leger.