3.1 Zestien weken verlof in totaal
recht
deeltijd
Als een medewerkster een kind verwacht, heeft ze – zoals gezegd – in totaal recht op zestien weken zwangerschaps- en bevallingsverlof: vier tot zes weken voor de bevalling en tien tot twaalf weken erna. Ze mag na zes weken (voltijds) bevallingsverlof de rest van dit verlof ook in deeltijd opnemen.
Zwangerschapsuitkering
Tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof ontvangt de werkneemster gewoon loon. Uw organisatie hoeft haar salaris echter niet zelf te betalen: UWV zorgt voor een zogeheten zwangerschapsuitkering.
administratief gedoe
Meestal blijven werkgevers in zo’n geval het loon gewoon doorbetalen en incasseren ze zelf de uitkering van UWV. Doordat de loonuitbetaling gewoon doorloopt, scheelt dat voor de werkneemster een hoop administratief gedoe in een toch al spannende en drukke periode.
maximum- dagloon
Als uw werkgever of de werkneemster niet volgens deze constructie wil betalen of betaald worden, kan UWV het loon ook rechtstreeks overmaken naar de bankrekening van de werkneemster.
UWV betaalt 100% van het loon tot maximaal het maximumdagloon. Dit maximumdagloon bedraagt voor de tweede helft van 2019 € 216,90. Verdient de werkneemster meer dan dit maximumdagloon, dan ontvangt uw werkgever dus minder uitkering dan hij aan loonkosten kwijt is. Uw werkgever is in dat geval niet verplicht om de uitkering van de werkneemster aan te vullen tot haar normale loon, maar in de praktijk gebeurt dit meestal wel.
Tijdens het zwangerschaps- en bevallingsverlof geldt een absoluut ontslagverbod. Uw werkgever mag een werkneemster in die periode om geen enkele reden ontslaan. Een werkneemster van tevoren ontslaan met als reden dat ze zwanger is, mag ook niet.