U bent hier

7.1 Geen duurzaam benutbare mogelijkheden

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Arbo Rendement
Publicatiedatum: oktober 2015

bedrijfsarts

Is iemand volledig en duurzaam arbeidsongeschikt, dan wordt ook wel gesproken van geen duurzaam benutbare mogelijkheden (GDBM). De bedrijfsarts oordeelt dat er sprake is van GDBM als de werknemer:

  • minimaal drie maanden is opgenomen in een ziekenhuis of instelling;
  • bedlegerig is;
  • lichamelijk niet zelfredzaam is (afhankelijk van anderen voor dagelijkse taken als zichzelf wassen en aankleden);
  • door een ernstige psychische stoornis niet zelfredzaam is (hij heeft problemen met dagelijkse taken en zelfverzorging, maar ook met sociale contacten).

Wisselende belastbaarheid

terminale ziekte

herstelperiode

Daarnaast kunnen andere factoren een rol spelen, zoals een sterk wisselende belastbaarheid van de werknemer of de verwachting dat zijn gezondheid binnen een paar maanden aanzienlijk verslechtert. Denk aan iemand met een terminale ziekte, van wie de arts verwacht dat zijn gezondheid zo snel achteruit zal gaan dat hij over een paar maanden volledig arbeidsongeschikt zal zijn. Bij wisselende belastbaarheid gaat het om iemand die regelmatig voor behandeling naar het ziekenhuis moet en telkens weer een herstelperiode heeft waarin hij niet kan werken.

Bij GDBM gaat het altijd om de feitelijke, medische situatie. Het gaat dus niet om de verdiencapaciteit die in arbeidsongeschiktheidspercentages wordt uitgedrukt en waarmee UWV de hoogte van de uitkering bepaalt.

7.1.1 Drie maanden

tijdelijk GDBM

In de praktijk wordt bij GDBM nog wel eens onderscheid gemaakt tussen gevallen waar echt geen kans is op herstel en situaties waarin dat wel mogelijk is, maar niet op korte termijn. Normaal gesproken bent u bij zieke werknemers verplicht om binnen ongeveer drie maanden de re-integratie te hebben opgestart. Maar oordeelt de bedrijfsarts dat er tijdelijk sprake is van GDBM, dan heeft u de ruimte om het re-integratietraject later te starten dan gebruikelijk.

ziekenhuis

Stel dat u te maken krijgt met een werknemer met een ernstige burn-out. De bedrijfsarts adviseert de werknemer dan misschien om voor langere periode thuis te blijven. In die periode heeft hij weinig baat bij re-integratie-activiteiten. Hetzelfde geldt voor iemand die drie maanden of langer wordt opgenomen in het ziekenhuis, maar waarvan u wel verwacht dat hij daarna voldoende is hersteld om te re-integreren. UWV spreekt dan soms van ‘geen benutbare mogelijkheden’, zonder de toevoeging ‘duurzaam’.

Een andere reden om in eerste instantie van een termijn van drie maanden uit te gaan bij het bepalen van GDBM, is dat het voor een arts vaak lastig is om verder in de toekomst te kijken. Bij veel ziektegevallen is het verloop van de ziekte nou eenmaal moeilijk in te schatten.

Wel duurzaam

geen zicht op verbetering

Gaat het om een ziekte of beperking waarbij helemaal geen zicht is op verbetering? Dan beschouwt UWV het wel als geen duurzame benutbare mogelijkheden. Dan heeft re-integreren waarschijnlijk geen zin en is het voor alle partijen beter om een vervroegde WIA aan te vragen. Twijfelt u? Begin dan sowieso met re-integreren! Merkt u gaandeweg dat de werknemer niet genoeg herstelt, dan kan de werknemer alsnog de aanvraagprocedure starten.

Zeker van uw zaak

blindelings

U kunt maar beter zeker zijn van uw zaak als het gaat om GDBM. Volgt nooit blindelings het oordeel van de bedrijfsarts, want UWV beoordeelt GDBM-zaken heel streng. Doet u niets aan re-integratie en oordeelt UWV vervolgens bij de WIA-aanvraag dat er toch arbeidsmogelijkheden waren? Dan kan UWV u een loonsanctie opleggen.

Daarom is het altijd verstandig om bij UWV een deskundigenoordeel aan te vragen als er volgens de bedrijfsarts sprake is van GDBM bij de werknemer.

7.1.2 Volledig en duurzaam

arbeids­ongeschikt

Om te bepalen of een werknemer in aanmerking komt voor een vervroegde WIA-aanvraag, moet u dus nagaan of hij volledig én duurzaam arbeidsongeschikt is. UWV beschouwt een werknemer als volledig arbeidsongeschikt als hij door zijn ziekte nog hooguit 20% van zijn oude loon kan verdienen. In hoofdstuk 8 leest u meer over de berekening van dit arbeidsongeschiktheidspercentage. Is er geen of nauwelijks kans op verbetering van de situatie, of wordt zelfs verslechtering verwacht, dan is hij duurzaam arbeidsongeschikt. In dat geval wordt gesproken van GDBM, waarover u hiervoor al kon lezen.

IVA-uitkering

Iemand die vervroegd een uitkering aanvraagt, kan alleen aanspraak maken op een IVA-uitkering. Alle werknemers die duurzaam meer dan 80% arbeidsongeschikt zijn, vallen onder deze regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten, of zij de uitkering nou na twee jaar re-integratie krijgen of via een vervroegde aanvraag. Wordt de uitkering toegekend, dan krijgt de werknemer 75% van het laatstverdiende loon uitbetaald. Daarbij geldt als maximum 75% van het maximumdagloon. Iemand met een IVA-uitkering is tot de AOW-gerechtigde leeftijd verzekerd van een inkomen, maar gaat er dus financieel wel op achteruit ten opzichte van toen hij nog werkte.