U bent hier

Onderneming & Administratie
Rapporteren9. Verschillen fiscale en ­commerciële jaarrekening9.1 Verschil in waarderingsgrondslag

9.1 Verschil in waarderingsgrondslag

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier FA Rendement
Publicatiedatum: februari 2015

De commerciële jaarrekening moet in de eerste plaats een goed beeld geven van de financiële gang van zaken. Externe belanghebbenden – zoals aandeelhouders en kredietverschaffers – gebruiken deze informatie om inzicht te krijgen in het vermogen en het resultaat van uw organisatie. De commerciële jaarrekening bevat de resultaten en de stand van zaken binnen de organisatie vanuit een bedrijfseconomisch perspectief. De cijfers vormen de basis om financiële kengetallen op de organisatie af te vuren. Bij het opstellen van de jaarrekening gaat u in principe uit van de commerciële grondslagen. Kleine bedrijven hebben de mogelijkheid om een jaarrekening op fiscale grondslagen op te stellen. De jaarrekening voor het bepalen van de fiscale winst komt dan overeen met de commerciële jaarrekening.

Afwijkingen

De commerciële balans in de jaarrekening kan afwijken van de fiscale balans doordat er voor de waardering andere regels gelden. Zo kunnen de commerciële en fiscale waardering van voorraden of een deelneming in een organisatie verschillen. Daarnaast kunnen er verschillen ontstaan door het gebruik van fiscale faciliteiten zoals de willekeurige afschrijving en de herinvesteringsreserve.

Branchegerelateerde fiscale waardering

Voor de waardering van de voorraden gelden vaak specifieke brancheregels. Een voorbeeld is de waardering van voorraden door detaillisten op het gebied van textiel, kleding, schoenen, meubelen en stoffering. De Belastingdienst heeft met de Branchevereniging CBW-MITEX een convenant gesloten, waarbij per artikelgroep een staffel met afwaarderingspercentages is vastgesteld. Vergelijkbare regels zijn er bijvoorbeeld ook voor:

  • onderhanden werk;
  • onroerend goed;
  • ingegaan stamrecht;
  • voorraad ingeruilde auto’s;
  • het ijzeren-voorraadstelsel juweliers;
  • goederen waarop de margeregeling voor de BTW van toepassing is.

9.1.1 Fiscale afschrijvingen

De meest gebruikte fiscale afschrijvingsmethode is de zogenoemde lineaire methode. U schrijft dan per jaar een vast percentage af van het verschil tussen de aanschafkosten en de restwaarde. De formule voor deze berekening van de afschrijving luidt: afschrijving per jaar = (aanschafkosten – restwaarde) gedeeld door de vermoedelijke gebruiksduur. De afschrijving is per jaar maximaal 20% op de aanschafkosten van het bedrijfsmiddel, wat erop neerkomt dat de fiscale afschrijvingstermijn minimaal vijf jaar bedraagt. Voor goodwill geldt een percentage van maximaal 10%. Ook voor een bedrijfspand gelden specifieke afschrijvingsregels. Startende ondernemers mogen zelf bepalen wanneer en hoe ze een nieuw bedrijfsmiddel afschrijven. Hetzelfde geldt als u een milieubedrijfsmiddel aanschaft dat op de VAMIL-lijst staat. Al is de willekeurige afschrijving in het laatste geval beperkt tot 75%.

Voorbeeld

Krokettenfabrikant Kwakelaar vervangt zijn koelinstallatie. De aanschafkosten (voor apparatuur plus installatie) bedragen € 40.000, de vermoedelijke gebruiksduur van de nieuwe installatie is tien jaar. De restwaarde na tien jaar is € 2.500. Dit levert een afschrijving op van ((€ 40.000 – € 2.500) ÷ 10 =) € 3.750 per jaar.

Economische waardering

Bij de economische waardering hoeft geen rekening te worden gehouden met deze fiscale afschrijvingsmethodiek. Dit betekent dat de commerciële jaarrekening er anders uit kan zien, bijvoorbeeld doordat de activa en passiva tegen de actuele marktwaarde op de balans staan. Door afschrijvingen kan de boekwaarde fors afwijken van de werkelijke waarde. Dit is bijvoorbeeld het geval bij een bedrijfspand dat al lange tijd in bezit is en waarvan de aankoopprijs al grotendeels is afgeschreven. Op het moment van verkoop van het pand levert dit een forse boekwinst op.