3.4 Na het advies
waarom
De bestuurder is wettelijk verplicht om de OR schriftelijk zijn definitieve besluit te laten weten. Als hij het ontvangen advies niet of niet geheel volgt, moet de bestuurder ook onderbouwen waarom zijn definitieve besluit afwijkt van het advies. In dat geval gaat er vanaf dat moment een opschortingstermijn van één maand in.
Opschortingstermijn
beroepsrecht
In die maand mag de bestuurder het besluit niet uitvoeren, tenzij de ondernemingsraad van de opschortingstermijn afziet. Deze periode geeft de OR de gelegenheid om eventueel bij de Ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam beroep in te stellen tegen het besluit van de bestuurder (artikel 26 WOR). De opschortingstermijn van een maand en het beroepsrecht geldt overigens alleen voor ondernemingsraden en niet voor de personeelsvertegenwoordiging.
Nieuw overleg na advies
gebrek aan draagvlak
In de fase tussen het uitgebrachte advies van de OR en de uitvoering van het besluit van de bestuurder vindt vaak opnieuw overleg plaats. Dit gebeurt vooral als het management vreest voor gebrek aan draagvlak als het besluit (sterk) afwijkt van het uitgebrachte advies. Vaak blijkt het dan alsnog mogelijk om de plannen op punten bij te schaven, wat voorheen niet haalbaar leek. Ook een OR die vasthoudt aan de wettelijke opschortingstermijn wordt daarvoor wel eens beloond met aanpassingen aan de oorspronkelijke plannen.