U bent hier

3.1 Regelingen voor vakantie en werktijden

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier OR Rendement
Publicatiedatum: augustus 2022

parttime

zorgverlof

belang

Onderwerpen als arbeids- en rusttijden en vakantie en verlof gaan alle werknemers aan, of ze nu parttime of fulltime werken, net in dienst zijn of al bijna met pensioen gaan. Uw OR moet zich dus buigen over alle regelingen die hiermee te maken hebben. Welke dat zijn, vindt u terug in artikel 27, lid 1b van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Denk aan vakantieverzoeken en verlofregelingen, zoals ouderschaps- en zorgverlof. Werkgevers die bestaande regelingen willen wijzigen, regelingen willen afschaffen of nieuwe regelingen willen invoeren, hebben hiervoor de instemming van de OR nodig. U moet altijd nagaan of deze wijzigingen de persoonlijke belangen van werknemers niet aantasten en of de wijziging geen verslechtering betekent, ook niet voor een bepaalde groep werknemers.

3.1.1 Regelingen voor arbeidstijden

toetsen

Werkgevers zijn verplicht om de regels uit de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit op te volgen. Ook mogen ze niet afwijken van de geldende cao waar uw organisatie onder valt. Van ondernemingsraden wordt ook verwacht dat ze voorgelegde regelingen of wijzigingen daarvan toetsen aan de wettelijke bepalingen, of aan de afspraken die hierover zijn opgenomen in de cao. Dat geldt dus ook voor bepalingen over de arbeids- en rusttijden.

Houdt uw bestuurder zich netjes aan de afspraken uit de cao die voor uw organisatie geldt, dan hoeft hij daarvoor geen instemming aan de OR te vragen.

Instemming voor verdere invulling

norm

Voor de verdere invulling van regelingen kan uw OR zijn instemmingrecht gebruiken. Denk aan afspraken over dienstroosters, ATV, ploegendiensten, overwerk, zondagswerk, bedrijfssluiting bij feestdagen, enzovoort. U kunt de regelingen beoordelen aan de hand van de volgende vragen:

  • Wat zijn de effecten van de regeling op de gezondheid en het welzijn van de werknemers?
  • Hoe kunnen de werknemers hun werk combineren met zorgtaken en vrijetijdsbestedingen?
  • Is de goede voortgang van de werkzaamheden altijd gegarandeerd, ook als er eens iemand uitvalt?
  • Staan de eventuele inspanningen van de werknemers in verhouding tot de beloning die ze ervoor krijgen?

Als er overleg over de wettelijke normen moet plaatsvinden, geldt niet het instemmingsrecht, maar het overeenstemmingsrecht. Dat recht is nog sterker, want daartegen kan de bestuurder niet in beroep. Hij kan de OR alleen passeren als er bijvoorbeeld een cao-bepaling van toepassing is. Hoofdstuk 10 gaat uitgebreid in op het overeenstemmingsrecht.

3.1.2 Regelingen voor vakantie

hoogseizoen

Over vakantieregelingen bevatten wetgeving en cao’s veel dwingende bepalingen. Uw OR moet controleren of de bestuurder deze regelingen op de juiste manier toepast. Naast wet- en regelgeving en cao’s kunnen ook eigen regels over verplichte vrije dagen en aanvragen voor verlof en vakantie gelden. De OR moet onder meer controleren of werknemers gelijke rechten hebben. Denk aan de mogelijkheid om in het hoogseizoen vrij te nemen, ook als iemand geen kinderen heeft. De wet geeft hier geen antwoorden; OR en bestuurder maken hier afspraken over.

3.1.3 Regelingen voor verlof

calamiteit

Verlof is bedoeld voor onderbrekingen van het werk door bijzondere omstandigheden. Denk aan een calamiteit, verlof om zorg te verlenen en verschillende soorten verlof rondom geboorte. Het is dus echt iets anders dan vakantie.

De bestuurder mag bij het opstellen of aanpassen van regels voor verlof en vakantie altijd in gunstige zin afwijken van cao en wet. Wijzigen ten nadele mag in principe niet.

Vijfachtste dwingend recht

kraamverlof

Let op: in de Wet arbeid en zorg (WAZO) staan een aantal verlofvormen waarbij de bestuurder wel nadelig mag afwijken. Dit is bijvoorbeeld het geval bij kraamverlof, calamiteitenverlof en langdurend en kortdurend zorgverlof. Deze verlofregelingen vallen onder het zogeheten vijfachtste dwingend recht. Hierbij is het overeenstemmingsrecht van toepassing. Uw bestuurder kan alleen ten nadele afwijken als hij daarover schriftelijke afspraken – dus in de vorm van een bedrijfsregeling – heeft gemaakt met de OR of PVT. Zonder overeenstemming met de medezeggenschap is de bestuurder verplicht om zich aan de regels uit de WAZO te houden. Afwijkende afspraken met de OR of PVT zijn overigens alleen mogelijk als hierover niets in de cao is bepaald, anders gaan de cao-afspraken voor. Wil uw bestuurder bijvoorbeeld kraamverlof inkorten of minder loon doorbetalen tijdens dit verlof, dan heeft hij uw akkoord nodig. Bekijk aanpassingen die nadeliger uitvallen voor werknemers altijd extra kritisch.

Sommig verlof is dwingend recht

Andere verlofvormen uit de WAZO vallen onder dwingend recht. Dat betekent dat uw bestuurder zich altijd aan die regels moet houden en hier niet ten nadele van mag afwijken. Doet hij dat toch, dan zijn die afspraken nietig. Dat wil zeggen dat ze niet geldig zijn. De regelgeving in de WAZO over het zwangerschaps- en bevallingsverlof en de adoptie- en pleegzorgverlof is dwingend recht.

Aanvullende afspraken

bovenwettelijk

Bij afwezigheid van (of naast) een cao kan uw bestuurder aanvullende afspraken maken en deze op bedrijfsniveau vastleggen in een bedrijfsverlofregeling. Denk aan nadere regels voor het aanvragen en opnemen van verlof. Hij mag bijvoorbeeld ook een bovenwettelijke vergoeding afspreken voor de financiering van het verlof, zoals doorbetaling van het loon tijdens het ouderschapsverlof. Als uw bestuurder een bedrijfsverlofregeling wil invoeren, wijzigen of intrekken, heeft uw OR instemmingsrecht (artikel 27, lid 1b WOR).