U bent hier

Organisatie & Leidinggeven
Arbeidsongevallen en aansprakelijkheid5. Procedure5.3 Bewijzen

5.3 Bewijzen

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier MT Rendement
Publicatiedatum: april 2014

onderscheid

grond

Een medewerker of een andere partij kan uw organisatie pas met succes aansprakelijk stellen als de bewijslast voor de betreffende aansprakelijkheid rond is. Uw organisatie moet dus proberen aan te tonen dat niet aan de eisen van aansprakelijkheid is voldaan. 
Om hier goed zicht op te krijgen, moet u onderscheid maken tussen aansprakelijkheid voor schade aan derden als gevolg van fouten van medewerkers en die voor schade als gevolg van een bedrijfsongeval of beroepsziekte. De aansprakelijkheid als gevolg van medewerkersfouten is namelijk op een ander artikel uit het Burgerlijk Wetboek gebaseerd dan die als gevolg van een arbeidsongeval of beroepsziekte. U moet er daarom rekening mee houden dat de eisen voor aansprakelijkheid afhankelijk zijn van de aansprakelijkheidsgrond.

5.3.1 Fouten van medewerkers

fout

De eisen voor aansprakelijkheid op grond van artikel 6:170 BW zijn:

  • Er moet sprake zijn van een fout.
  • Door die fout loopt een derde partij schade op.
  • Er moet sprake zijn van ondergeschiktheid.
  • Er moet sprake zijn van een functioneel verband.

derde

Het gaat hier dus om ongevallen door fouten van medewerkers waardoor een derde schade oploopt. Een heftruckchauffeur rijdt bijvoorbeeld een bezoeker aan. De schade moet dus veroorzaakt zijn door een fout van de medewerker, oftewel ‘ondergeschikte’.

Onrechtmatige daad

opletten

toegerekend

Een medewerker die een fout maakt waardoor een derde schade oploopt, is in principe zelf aansprakelijk op grond van een onrechtmatige daad. Een onrechtmatige daad houdt in dat iemand door zijn gedrag of juist door iets niet te doen (opletten bijvoorbeeld) een ander schade toebrengt. Daaruit volgt de verplichting om schade te vergoeden (zie artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek). Maar een paar artikelen verderop in het Burgerlijk Wetboek – in artikel 6:170 – staat dat zo’n onrechtmatige daad aan de werkgever wordt toegerekend. Dit heeft te maken met de zeggenschap die de werkgever heeft over de werknemer.

Verband

herleiden

kanseis

zeggenschap

Uw organisatie is aansprakelijk als tussen de fout van de medewerker en de taak die hem is opgedragen voldoende verband bestaat. De fout moet dus te herleiden zijn tot de taak die de medewerker is opgedragen. Er moet aan twee eisen zijn voldaan, wil er sprake zijn van een functioneel verband in de zin van artikel 6:170 BW:

  • Kanseis: de opdracht die de werknemer heeft gekregen, moet de kans op de fout objectief hebben verhoogd.
  • Zeggenschapseis: de werkgever moet juridische zeggenschap hebben over de gedragingen waarvan de fout deel uitmaakte.
  • Is aan bovenstaande eisen voldaan, dan is uw organisatie aansprakelijk voor de schade die de derde heeft opgelopen door een fout van een medewerker. U zou dan nog opzet of bewuste roekeloosheid in de strijd kunnen gooien (zie 
paragraaf 5.6).

    5.3.2 Arbeidsongeval en beroepsziekte

    makkelijker

    Bij aansprakelijkstelling door de werknemer bij een arbeidsongeval of een beroepsziekte, gaat het om de zorgplicht op grond van artikel 7:658 BW. De medewerker zal dan eerst zijn schade moeten aantonen. Vervolgens moet hij bewijzen dat hij deze schade heeft geleden door de uitoefening van zijn werkzaamheden. Schade als gevolg van een bedrijfsongeval is vaak makkelijker te bewijzen dan schade door een beroepsziekte. Over schade door arbeidsongevallen kunt u meer lezen in hoofdstuk 2 en 3 van dit dossier.