U bent hier

8.6 Consistentie met het OR-werkmodel

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier OR Rendement
Publicatiedatum: december 2014

consistentie

Om goed tegenwicht te bieden aan de bestuurder is ‘consistentie’ – in overeenstemming – een sleutelbegrip. De OR die consistent is in eigen beleidskeuzes en de omgang daarmee bij daarvan afgeleide onderwerpen zorgt voor een transparante werkwijze en vertrouwen bij achterban én bestuurder.

U test uw consistentie aan de hand van het OR-werkmodel. Vul bij belangrijke agendaonderwerpen het model in en bespreek dit met uw OR. Werkt deze methode, dan kunt u ervoor kiezen om één van uw commissies voortaan dit werkmodel te laten invullen. Dankzij het model weet ook de bestuurder wat hij van de inbreng van uw raad mag verwachten. De bedoeling is dat u trouw blijft aan eerder ingenomen standpunten en hetzelfde verwacht van de bestuurder.

OR-werkmodel

Gebruik het OR-werkmodel voor alle (belangrijke) overlegonderwerpen. U kunt dit werkmodel downloaden op rendement.nl/ordossier.

8.6.1 Het OR-werkmodel

Het OR-werkmodel helpt u om agendapunten scherp te krijgen en er effectief mee aan de slag te gaan. Het werkmodel bestaat uit de volgende onderdelen:

  • omschrijving probleem en achtergrond;
  • belangen;
  • basis;
  • doelstelling;
  • plan van aanpak;
  • resultaat.
  • 1 Probleem en achtergrond

    • Wat is het onderwerp/het probleem?
    • Beschrijf de voorgeschiedenis en beïnvloedende factoren.

    2 Belang

    • Waarom vindt de OR dit punt belangrijk?
    • Waarom wil de OR dit punt geregeld hebben?

    3 Basis

    • Welke relatie is er met het bestaande beleid?
    • Zijn er over dit onderwerp al eerder afspraken gemaakt met de bestuurder?
    • Wordt dit punt genoemd in de:
      • Wet op de Ondernemingsraden (WOR)?
      • Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet)?
      • Arbeidstijdenwet (ATW)?
      • collectieve arbeidsovereenkomst (cao)?

    4 Doelstelling

    • Stel vast wat u wilt bereiken op de volgende gebieden:
      • inhoudelijk;
      • procedureel;
      • te hanteren randvoorwaarden of criteria;
      • communicatie naar de achterban.
    • Doelstellingen moeten SMART zijn:
      • systematisch;
      • meetbaar;
      • acceptabel;
      • realiseerbaar;
      • tijdgebonden (termijn);
    • Welke opties of scenario’s zijn denkbaar bij de mogelijke oplossingen?

    5 Plan van aanpak

    Let bij het overleg met bestuurder op het volgende:

    • De manier waarop u het onderwerp bespreekt;
    • De taakverdeling die u daarbij hanteert:
      • woordvoerder;
      • antenne;
      • coach.

    Na afloop van de bespreking van het onderwerp moet duidelijk zijn:

    • wie welke taken voor zijn rekening neemt, hoe hij te werk gaat en welke termijnen er gelden;
    • effect = kwaliteit x acceptatie.

    6 Resultaat

    • Welk resultaat is:
      • maximaal haalbaar;
      • nog acceptabel;
      • onacceptabel?
    • Hoe ‘verkopen’ we het resultaat?