U bent hier

7.3 Schuldhulpverlening

Dit artikel is eerder verschenen als Themadossier Salaris Rendement
Publicatiedatum: januari 2023

lange termijn

bemiddeling

Schuldhulpverlening moet de werknemer helpen om zijn financiële problemen op te lossen. De nadruk ligt hierbij niet alleen op een oplossing voor de korte termijn maar vooral ook voor de lange termijn, zodat de werknemer niet nogmaals in de schulden komt. Schuldhulpverlening wordt uitgevoerd door publieke instellingen – zoals de kredietbank – maar ook door private ondernemingen. De werknemer kan zelf een schuldhulpverleningstraject aanvragen, maar uw onderneming kan ook zo’n traject voor hem regelen.

Schuldhulpverlening is feitelijk bemiddeling tussen schuldeiser en schuldenaar (uw werknemer) over de schuld en aflossing daarvan. Dit is nodig omdat genoemde partijen tegengestelde belangen hebben. Deze bemiddelende rol is vastgelegd in de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK.

Schuldeisers zullen alleen met een schuldregeling voor uw werknemer akkoord gaan als deze conform de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK is opgesteld.

Aanmelding van de werknemer bij de organisatie die de schuldhulpverlening organiseert, is uiteraard de eerste stap.

Welke organisatie dat is, is afhankelijk van hoe de schuldhulpverlening in de betreffende gemeente is geregeld, of welke afspraken uw onderneming met een schuldhulpverlenende organisatie heeft gemaakt.

Intake

plan van 
aanpak

Na aanmelding volgt een intakegesprek, naar aanleiding waarvan een plan van aanpak tot oplossing van de schulden wordt opgesteld. Dat klinkt simpel, maar dat is het in de praktijk vaak niet. Het plan van aanpak is namelijk pas te maken als de financiële problemen van de werknemer volledig in kaart zijn gebracht. Daarvoor moet de administratie van de werknemer op orde zijn en dat is in de praktijk vaak niet het geval. Het duurt dan vaak ook lange tijd voordat een intake kan worden afgerond.

Stabilisatiefase

rondkomen

Na opstelling van het plan van aanpak in de intakefase volgt de stabilisatiefase. Deze fase dient ter voorbereiding van de werknemer op de periode waarin hij van een minimum zal moeten rondkomen. Er wordt ook gekeken hoe de uitgaven van de werknemer omlaag kunnen en de inkomsten omhoog. Bij het in balans brengen van zijn financiën kan uw onderneming de werknemer mogelijk ondersteunen, door hem bijvoorbeeld meer uren te laten werken.

Oplossingen

betalings-regeling

kredietbank

afloscapaciteit

Is de financiële situatie van de werknemer gestabiliseerd, dan bekijkt de schuldhulpverlener hoe de werknemer zijn schulden kan oplossen. Hierbij bestaan de volgende opties:

  • Een betalingsregeling met als doel volledige terugbetaling: hierbij wordt vastgelegd hoeveel de werknemer maandelijks aflost en voor hoelang hij dat moet doen.
  • Herfinanciering met als doel volledige terugbetaling: hierbij krijgt de werknemer een krediet waarmee hij zijn schuldeisers in één keer kan afbetalen. Vervolgens betaalt hij die lening af aan de (enige overgebleven) kredietverstrekker, bijvoorbeeld de kredietbank.
  • Een minnelijke schuldregeling (meestal bij complexere schulden): hierbij berekent de schuldhulpverlener de voor de werknemer geldende afloscapaciteit over een periode van 36 maanden. Op basis van deze totale aflossingscapaciteit krijgen de schuldeisers een betalingsvoorstel voorgeschoteld.

Verplichtingen

invorderingsmaatregelen

akkoord

Bij acceptatie van het betalingsvoorstel dat uit de schuldhulpverlening rolt, hebben alle partijen zich aan bepaalde zaken te houden. De werknemer doet er in de afgesproken periode alles aan om zijn inkomen in stand te houden – en het liefst te vergroten – om zo zijn betalingsverplichtingen te kunnen nakomen. De schuldeiser laat verdere invorderingsmaatregelen achterwege en verleent finale kwijting op de vordering op de werknemer. De schuldhulpverlener zorgt ervoor dat het afgesproken aflossingsbedrag wordt gereserveerd, zodat de schuldeiser dit daadwerkelijk ontvangt.

Minnelijke schuldregeling

kwijtschelden

Als de schuldeisers akkoord gaan met de minnelijke schuldregeling, kan deze in twee varianten worden uitgevoerd:

  • Schuldbemiddeling: de kredietbank betaalt een zo groot mogelijk deel van de schulden af en berekent elk jaar opnieuw hoeveel de werknemer kan aflossen.
  • Een saneringskrediet: de schuldeisers ontvangen van de kredietbank een van tevoren bepaald aflossingsbedrag, waarbij zij de rest van de schuld kwijtschelden. De werknemer lost het betaalde bedrag aan de kredietbank af.

Als het (minnelijke) schuldhulpverleningstraject niet van de grond komt – bijvoorbeeld omdat een schuldeiser er niet mee akkoord gaat – kan de schuldenproblematiek voor de rechter worden gebracht. De werknemer – of iemand namens hem – kan de rechtbank verzoeken om toepassing van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP).

Voor een beroep op de WSNP is een verklaring nodig van het college van burgemeesters en wethouders van de gemeente van de werknemer, met daarin de reden voor het niet tot stand komen van het schuldhulpverleningstraject.

bewindvoerder

De rechter spreekt hierover een vonnis uit na de werknemer en schuldeisers gehoord te hebben. Bij toewijzing van het verzoek krijgt de werknemer een bewindvoerder toegewezen, die zijn boedel en inkomen gaat beheren. De bewindvoerder bepaalt welk deel van het inkomen naar de schuldeisers gaat en regelt alle geldzaken: administratie, het betalen van vaste lasten, aanvragen van toeslagen, het doen van belastingaangifte enzovoorts.