10.1 Voorzien in bestaansminimum
noodzakelijk
De essentie van de beslagvrije voet is dat werknemers met schulden in hun noodzakelijke levensbehoeften moeten kunnen blijven voorzien, ook als er beslag wordt gelegd op hun inkomen. Daarom regelt de wet dat er een beslagvrij deel is, zodat niet direct alle inkomsten voor het afbetalen van schulden worden gebruikt. De inkomsten die boven de beslagvrije voet uitkomen, houdt u in en betaalt u aan de deurwaarder. Met die betalingen wordt de schuld aan de schuldeiser betaald.
Informatieverzoek
Om de beslagvrije voet te kunnen berekenen, heeft de deurwaarder bepaalde informatie over de werknemer nodig. Tot 1 januari 2021 ging de deurwaarder hiervoor bij de werknemer zelf te rade, die verplicht was om de gevraagde informatie te verstrekken. In de praktijk gebeurde het echter nogal eens dat de werknemer geen gehoor gaf aan het informatieverzoek van de deurwaarder.
elementen
Het aanleveren van de benodigde gegevens door de schuldenaar gebeurde niet, niet volledig of niet tijdig. Dit had dan tot gevolg dat bepaalde voor de werknemer specifieke elementen niet in de berekening van de beslagvrije voet worden meegenomen (zie de infographic hiernaast).
Vereenvoudiging
afzonderlijk
onvoldoende middelen
Bovendien berekenden beslagleggers de beslagvrije voet ieder afzonderlijk op een handmatige manier, op basis van de gegevens die zij ter beschikking hadden. Een werkgever zal – bij meerdere beslagen – dan geneigd zijn om de laagst vastgestelde beslagvrije voet te hanteren, om verwijten van een beslaglegger over het niet goed uitvoeren van het beslag te voorkomen. Hierdoor was het risico groter dat een werknemer niet voldoende middelen had om in zijn levensonderhoud te voorzien. De Wet vereenvoudiging beslagvrije voet was dus nodig omdat de beslagvrije voet in de praktijk vaak te laag werd vastgesteld.