6.1 Werkplekvoorzieningen

tegemoet-koming

Het aannemen van een werknemer met een arbeidsbeperking kan zorgen voor een extra kostenpost, bijvoorbeeld omdat de werkplek er niet op is ingericht. Bij een lichamelijke beperking voldoet misschien de hoogte van het bureau niet, of kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan omdat de werkvloer niet is ingericht op een werknemer in een rolstoel. Voor gevallen waarbij officieel is vastgelegd – vaak door UWV – dat een werknemer een arbeidshandicap heeft, kan de werkgever of de werknemer zelf een tegemoetkoming krijgen in de kosten die zijn gemaakt voor:

• niet-meeneembare voorzieningen;
• meeneembare voorzieningen;
• vervoer;
• persoonlijke ondersteuning.

6.1.1 Niet-meeneembare voorzieningen

noodzakelijk

Werkgevers kunnen bij UWV een vergoeding aanvragen voor de aanschaf van noodzakelijke niet-meeneembare voorzieningen (bijvoorbeeld een traplift en een aangepast toilet), noodzakelijke werkplekaanpassingen en de noodzakelijke aanpassing en inrichting van het bedrijfspand. Kijk voor meer voorbeelden op rendement.nl/salarisdossier.

Aanvraag

beoordeling

gebruikelijk

goedkoopste oplossing

Je vraagt de vergoeding aan met het formulier ‘Aanvraag vergoeding voorziening werkgever’ op de site van UWV. Sinds juli 2024 kun je de aanvraag ook gewoon online regelen. Jouw organisatie moet dan wel eerst de nieuwe dienst ‘Voorzieningen’ toevoegen aan het werkgeversportaal. Hiervoor is eHerkenning nodig. Bij de beoordeling van jouw aanvraag kijkt UWV:

• of het dienstverband minimaal nog zes maanden duurt;
• in hoeverre de aanpassing algemeen gebruikelijk is;
• of de voorziening echt nodig is. Daarvoor nodigt UWV de werknemer uit voor een gesprek met een arts en arbeidsdeskundige.

Hoogte vergoeding

dien eerst aanvraag in

UWV gaat altijd uit van de goedkoopste aanpassing en bekijkt in hoeverre de aanpassing ‘algemeen gebruikelijk’ is. De kosten voor een algemeen gebruikelijke aanpassing krijgt de werkgever niet vergoed. Koop de hulpmiddelen niet eerst zelf, maar dien eerst een aanvraag in. De werkgever krijgt geen vergoeding als hij of de werknemer het hulpmiddel al heeft gekocht. UWV heeft namelijk vaak vaste leveranciers waar voorzieningen verplicht vandaan moeten komen.

6.1.2 Meeneembare voorzieningen

Hulpmiddelen die de werknemer in principe weer mee kan nemen als hij ergens anders gaat werken worden als persoonlijk beschouwd. Dit zijn meeneembare voorzieningen.

Voorbeelden van meeneembare voorzieningen

De werknemer kan zelf een vergoeding bij UWV (of de gemeente als hij onder de Participatiewet valt) aanvragen voor

meeneembare hulpmiddelen als ze minimaal € 176,76 (bedrag in 2024) kosten. Als de werknemer meerdere voorzieningen tegelijk aanvraagt die ieder minder kosten dan het drempelbedrag, telt UWV de kosten bij elkaar op. Als het totaalbedrag hoger is dan het drempelbedrag, vergoedt UWV het totale bedrag van al de voorzieningen samen.

6.1.3 Vervoer

auto

taxi

UWV geeft onder voorwaarden ook een vergoeding voor zowel vervoer als voor de kosten van vervoer van een werknemer met een arbeidsbeperking. Het gaat hierbij dus niet alleen om aanpassingen aan de auto, fiets of scooter van de werknemer. Een werknemer in een rolstoel moet misschien met een speciale taxi naar het werk komen, wat flink duurder is dan met de bus. Hiervoor kan de werknemer zelf bij UWV aankloppen. De vergoeding is uiteraard alleen bedoeld voor woon-werkverkeer.

6.1.4 Persoonlijke ondersteuning

slechtziende

doventolk

Het kan zijn dat een werknemer zijn werk goed kan doen, maar dat bij bepaalde aspecten zijn beperking hem toch in de weg zit. Denk hierbij aan een dove werknemer die een vergadering niet goed kan volgen of een slechtziende werknemer voor wie het lastig is om instructies op papier te krijgen. Voor deze werknemers kan een doventolk of een voorleeshulp uitkomst bieden. De werknemer moet dan zelf zogenoemde tolkuren aanvragen, waarmee hij een tolk kan regelen via Tolkcontact.