11.7 Finaal kwijtingsbeding
alle afspraken
niets meer vorderen
In de situatie dat uw onderneming en de werknemer met wederzijds goedvinden uit elkaar gaan, moet u ervoor zorgen dat de beëindigingsovereenkomst alle mogelijke afspraken met de werknemer afdekt (zie ook paragraaf 9.3). Het is raadzaam om in de beëindigingsovereenkomst ook een zogeheten finaal kwijtingsbeding op te nemen. Met zo’n beding legt u vast dat de werknemer na afhandeling van het ontslag niets meer van uw onderneming kan vorderen, en dat u niets meer van de werknemer kunt vorderen.
Opstellen
Voor het opstellen van een finaal kwijtingsbeding moet u goed nagaan welke vorderingen op de werknemer uw onderneming eventueel nog heeft of in de toekomst zou kunnen krijgen en of u die vorderingen onder de finale kwijting wilt laten vallen.
afhankelijk van de situatie
Het is van belang dat het finaal kwijtingsbeding heldere en concrete bepalingen bevat om onduidelijkheid en interpretatieverschillen te voorkomen. Afhankelijk van de situatie is een algemeen geformuleerd finaal kwijtingsbeding voldoende of moeten er juist specifiekere bepalingen in het beding komen. Bij gebruik van een algemene standaardbepaling wordt misschien niet alles voldoende afgedekt. Er zou dan discussie kunnen ontstaan over welke vorderingen nu precies wel en welke niet onder de reikwijdte van het finaal kwijtingsbeding vallen.
algemene tekst
Uitgebreid onderhandelen voorafgaand aan het opstellen van een ruim finaal kwijtingsbeding is geen garantie voor het voorkomen van discussie. De vraag kan zijn of het beding álle mogelijke vorderingen afdekt – dus ook die niet zijn besproken – of alleen die waarover onderhandeld is.
Voorbeelden
specifiekere bepalingen
Een algemene tekst voor een finaal kwijtingsbeding kan bijvoorbeeld zijn: ‘Behalve en voor zover het de uitvoering van de verplichtingen op grond van deze beëindigingsovereenkomst betreft, heeft de werknemer niets meer van de werkgever te vorderen wegens de arbeidsovereenkomst, de beëindiging daarvan of anderszins, terwijl de werkgever wat dat betreft niets meer van de werknemer heeft te vorderen en wordt over en weer finale kwijting verleend.’
welke zijn uitgesloten
Voorbeelden van specifiekere bepalingen in een finaal kwijtingsbeding zijn:
- ‘De werkgever en de werknemer hebben tot een volledige, uitputtende regeling willen komen.’
- ‘Alle (bekende of onbekende) vorderingen vallen onder het finaal kwijtingsbeding.’
- ‘Er bestaan tussen de werkgever en de werknemer geen andere afspraken dan die in de beëindigingsovereenkomst.’
Of denk aan een specificering van welke vorderingen onder het finale kwijtingsbeding vallen en welke vorderingen daarvan zijn uitgesloten.
Ook andere factoren spelen een rol
jurisprudentie
De formulering van een finaal kwijtingsbeding is erg belangrijk, omdat het beding moet uitsluiten dat uw onderneming en de werknemer na zijn uitdiensttreding nog iets van de ander kunnen vorderen. Jurisprudentie laat echter zien dat rechters ook kijken naar de omstandigheden van het ontslag en de wijze van totstandkoming van de beëindigingsovereenkomst en dus van het finale kwijtingsbeding als onderdeel daarvan.