11.2 Levensloopregeling
saldo
inhoudingsplicht
Heeft de werknemer bij uitdiensttreding nog een levensloopsaldo openstaan, dan houdt hij dat. Uw onderneming blijft niet inhoudingsplichtig voor dit saldo. Die plicht gaat over op de nieuwe werkgever óf op de spaarinstelling (als er geen nieuwe werkgever is). De inhoudingsplicht voor levenslooptegoed gaat ook over op de spaarinstelling als uw organisatie niet meer inhoudingsplichtig is vanwege faillissement of bedrijfsbeëindiging.
U kunt nog slechts enkele maanden met de levensloopregeling te maken krijgen bij uitdiensttreding van een werknemer. Op 1 november 2021 vallen namelijk alle nog openstaande levenslooptegoeden vrij, en komt er definitief een einde aan de regeling.
afkopen
Als uw levensloopregeling dat toestaat, kan de werknemer het openstaande tegoed afkopen als hij nergens anders gaat werken of bij de nieuwe werkgever niet gaat levensloopsparen. Zo’n afkoop moet u als (incidenteel) loon uit vroegere dienstbetrekking verwerken.
Pensionering
tegoed valt vrij
Een speciale situatie rond de levensloopregeling speelt als de werknemer uw organisatie verlaat omdat hij met pensioen gaat. Dan valt zijn eventuele levenslooptegoed namelijk vrij op de dag vóór zijn pensionering. U moet dit tegoed als loon uit vroegere dienstbetrekking verwerken en er dus geen premies werknemersverzekeringen over berekenen, maar wel de overige loonheffingen. Dit geldt ongeacht of de werknemer met pensioen gaat vanwege het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd of vóór het bereiken van die leeftijd, maar aan het begin van het kalenderjaar wel al 61 jaar of ouder was.
jonger dan 61 jaar
Gaat de werknemer met pensioen en was hij aan het begin van het kalenderjaar jonger dan 61 jaar, dan vormt het vrijgevallen levenslooptegoed loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. In dat geval moet u er álle loonheffingen over berekenen.
Bij pensionering van de werknemer verrekent u eventuele onbenutte levensloopverlofkorting bij inhouding van de loonbelasting/premie volksverzekeringen over zijn vrijgevallen levenslooptegoed.
omzetting
De werknemer kan ook zijn levensloopsaldo omzetten in pensioen, als hierdoor tenminste de volledige pensioenregeling aan de voorwaarden blijft voldoen. Bij zo’n omzetting verrekent u géén onbenutte levensloopverlofkorting. U bent overigens niet verplicht aan zo’n omzetting mee te werken.
Overlijden
61 jaar of ouder
Een andere speciale situatie speelt als de dienstbetrekking eindigt omdat de werknemer overlijdt. Hierbij valt een eventueel levensloopsaldo vrij op de dag vóór die van overlijden. U berekent dan regulier alle loonheffingen over het saldo onder verrekening van nog onbenutte levensloopverlofkorting, tenzij de werknemer aan het begin van het kalenderjaar 61 jaar of ouder was. Dan vormt het vrijgevallen levenslooptegoed namelijk loon uit vroegere dienstbetrekking en betaalt u er geen premies werknemersverzekeringen over.
Saldo ten goede aan erfgenamen
op twee manieren
U mag het vrijgevallen levensloopsaldo ook ineens ter beschikking stellen aan de erfgenamen van de werknemer. Hierbij is de levensloopverlofkorting dan niet van toepassing. De erfgenamen kunnen dit bedrag voor de inkomstenbelasting (IB) op twee manieren verwerken:
- in de IB-aangifte van de (overleden) werknemer als loon uit tegenwoordige of vroegere dienstbetrekking, afhankelijk van zijn leeftijd (zie hiervoor);
- in hun eigen IB-aangifte als loon uit vroegere dienstbetrekking van een ander.