11.5 Uitkering
op grond van een aanspraak
Bij het eindigen van de dienstbetrekking kunnen werknemers recht hebben op een bepaalde uitkering van uw organisatie. Bij de vraag of u die uitkering als belast of onbelast loon moet verwerken, is het van belang of de werknemers de uitkering al dan niet ontvangen op grond van een (belaste of vrijgestelde) aanspraak.
Aanspraken
vrijgesteld
maakt niet uit
Een aanspraak is een toekomstig recht op één of meer uitkeringen of verstrekkingen. De fiscale behandeling van een aanspraak hangt af van de situatie:
- Een aanspraak op een eenmalige uitkering bij uitdiensttreding wegens arbeidsongeschiktheid of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is vrijgesteld. Dat geldt echter alleen als de aanspraak recht geeft op een uitkering van maximaal drie maandlonen. Geeft de aanspraak recht op een hogere uitkering, dan is hij in zijn geheel belast.
- Een aanspraak op een eenmalige uitkering bij uitdiensttreding wegens een andere reden dan arbeidsongeschiktheid, het overlijden van de werknemer, vervroegde uittreding of het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is altijd vrijgesteld. Hierbij maakt het niet uit wat de hoogte is van de uitkering waar de aanspraak recht op geeft.
- Een aanspraak op periodieke uitkeringen bij uitdiensttreding vormt altijd belast loon.
Een aanspraak die (deels) belast is, kunt u desgewenst als eindheffingsloon ten laste van de vrije ruimte brengen om er zo onbelast loon voor de werknemer van te maken.
Uitkeringen
hangt af van aanspraak
Voor eenmalige uitkeringen bij uitdiensttreding die werknemers op grond van een aanspraak ontvangen, hangt de fiscale behandeling af van die van de aanspraak:
- De aanspraak was vrijgesteld: de bijbehorende uitkering is belast loon.
- De aanspraak was belast loon: de bijbehorende uitkering is vrijgesteld.
alleen belast boven waarde
Als werknemers bij uitdiensttreding een eenmalige uitkering ontvangen waarop zij geen aanspraak maakten, is die uitkering belast loon. Ook periodieke uitkeringen die werknemers vanwege de uitdiensttreding ontvangen, zijn belast loon. Gaat het echter om periodieke uitkeringen op grond van een belaste aanspraak, dan zijn de uitkeringen alleen belast voor zover zij boven de totale waarde van de belaste aanspraak uitkomen (de zogeheten saldomethode).
Inzetten van de diensttijdvrijstelling
één maandloon
Een eenmalige uitkering of verstrekking aan een werknemer voor het bereiken van een diensttijd van 25 of 40 jaar is vrijgesteld ter hoogte van één maandloon. Omdat het voor deze diensttijdvrijstelling geen verplichting is de uitkering of verstrekking direct bij het bereiken van de betreffende diensttijd te geven, kan dat ook bij uitdiensttreding gebeuren. Hierbij geldt dan uiteraard wel als voorwaarde dat de vrijstelling niet al eerder is benut.
zelfs twee maandlonen
Dus stel dat een werknemer na 26 jaar uit dienst gaat en de vrijstelling voor het bereiken van een diensttijd van 25 jaar nog niet is benut. U kunt dan de (belaste) uitkering bij uitdiensttreding – in geld of (deels) als verstrekking zoals een afscheidscadeau (zie begin van dit hoofdstuk) – onbelast laten ter hoogte van één maandloon. Als de diensttijdvrijstelling nog nooit is benut voor de werknemer en hij gaat na 43 jaar uit dienst, kunt u zelfs een uitkering voor maximaal twee maandlonen onbelast laten.