9.3 Aansprakelijkheid
gezagsverhouding
Aansprakelijkheid beperkt zich niet tot de werknemers die op basis van een arbeidsovereenkomst voor uw organisatie werken. Ook als u een gezagsverhouding heeft ten opzichte van niet-werknemers, kunt u aansprakelijk worden gesteld voor een arbeidsongeval, een beroepsziekte of andere vorm van schade die de werknemer of arbeidskracht oploopt.
Goed werkgeverschap
verzekeren
Behalve de zorgplicht uit artikel 7:658 BW speelt bij aansprakelijkheid ook artikel 7:611 BW een rol. Dit artikel betreft ‘goed werkgeverschap’. In relatie tot arbeidsongevallen verplicht het de werkgever bijvoorbeeld om zich te verzekeren. Als een werkgever te maken krijgt met schade waarvoor hij als goed werkgever een behoorlijke verzekering (bijvoorbeeld een ongevallen- of arbeidsongeschiktheidsverzekering) had moeten afsluiten, maar dat heeft nagelaten, is hij aansprakelijk. De aansprakelijkheid geldt alleen voor dat deel dat door een verzekering zou zijn gedekt als hij wel een behoorlijke verzekering had gehad.
9.3.1 Schade
misgelopen inkomsten
Bij schade gaat het niet alleen om directe kosten maar ook om schade die voortvloeit uit het ongeval of de beroepsziekte, bijvoorbeeld vermogensschade of inkomsten die iemand misloopt als gevolg van het ongeval of de beroepsziekte. Mogelijk kan de kracht immers tijdelijk of blijvend niet of maar gedeeltelijk werken. Bij een arbeidsongeval kunt u bijvoorbeeld denken aan medische en verzorgingskosten, maar ook aan afgenomen promotiekansen of afgenomen loopbaanmogelijkheden.
Immateriële schade
verhalen
Er kan ook sprake zijn van immateriële schade, uitgedrukt als ‘gederfde levensvreugde’ of psychische schade. De vergoeding voor immateriële schade stelt de rechter naar redelijkheid en billijkheid vast. De getroffene of nabestaande kan de schade via een civiele procedure verhalen. Zoals gezegd, moet daarvoor eerst worden vastgesteld wie verantwoordelijk is voor het ontstaan van het ongeval of de ziekte.
De werknemer of flexibele kracht kan zelf ook mede schuld hebben aan een arbeidsongeval. Toch is hij daarmee niet automatisch (mede)aansprakelijk. De bewijslast is immers omgekeerd: de werkgever of inlener moet aantonen dat hij aan de zorgplicht heeft voldaan.
9.3.2 Gedeelde verantwoordelijkheid
uitzendbureau
Voor ingeleende krachten bent u overigens niet alleen verantwoordelijk. Ook de werkgever van het uitgeleende personeel, bijvoorbeeld het uitzendbureau, heeft een zorgplicht en is aansprakelijk bij schade. Dat geldt zelfs als het uitzendbureau de zorg voor de uitgeleende krachten helemaal aan uw organisatie overlaat. Als er dus een ongeluk gebeurt terwijl een uitzendkracht voor uw organisatie werkzaamheden verricht, kan ook het uitzendbureau hiervoor aansprakelijk worden gesteld.
9.3.3 Voorlichting
instructies
Zorg dat u flexibele krachten dus – net als ‘gewone’ werknemers – voorlichting geeft over de risico’s en veiligheidsmaatregelen en -instructies op de werkplek, veiligheidstrainingen laat volgen en uitleg geeft over het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Stuur ook uw RI&E op naar de uitlener, zodat deze flexibele krachten kan informeren over de risico’s van het werk. Op die manier kan de uitlener bij aansprakelijkstelling niet doen alsof zijn neus bloedt.
bewijs
Neem de tijd voor de werk- en veiligheidsinstructies. Flexibele krachten bezitten meestal niet de ervaring en kennis van uw vaste werknemers. Die werken immers vaak al langer met bepaalde machines, gereedschappen of gevaarlijke stoffen. Zorg ook dat u de flexwerkers laat tekenen voor ontvangst en het kennis nemen van de inhoud van de veiligheidsinstructies. Dit bewijs kan namelijk erg belangrijk zijn als uw organisatie aansprakelijk wordt gesteld voor het niet nakomen van de zorgplicht. Daarmee is nog niet bewezen dat u aan uw zorgplicht heeft voldaan, maar dit bewijs kan er in ieder geval aan bijdragen.