9.1 Duurzame inkomensgarantie
Algemene ouderdomswet
basisinkomen
Vóór de pensioengerechtigde leeftijd is geen enkele Nederlander onvoorwaardelijk verzekerd van een inkomen. Na het pensioen wel: in de vorm van een uitkering op basis van de Algemene ouderdomswet (AOW). Op grond van de AOW ontvangt in principe iedereen die in Nederland woont of werkt een AOW-uitkering. Dus ongeacht of iemand gewerkt heeft, als hij in Nederland woont, ontvangt hij de AOW-uitkering. Al jaren gaan stemmen op dat er ook een dergelijke inkomensgarantie moet komen vóór de AOW-gerechtigde leeftijd, in de vorm van een basisinkomen.
9.1.1 Basisinkomen
De meest gangbare definitie van het basisinkomen is: een vast bedrag per maand dat zonder voorwaarden door de overheid aan alle volwassen burgers wordt verstrekt. Het staat iedereen vrij om bovenop het basisinkomen nog extra inkomen te verwerven, dit is geen verplichting. Deze definitie maakt duidelijk dat er een (groot) verschil is tussen het basisinkomen en een uitkering.
Een basisinkomen is onvoorwaardelijk. Een uitkering wordt daarentegen alleen verstrekt aan burgers die aan voorwaarden voldoen, bijvoorbeeld mensen die (tijdelijk) niet in staat zijn om te werken (WW/WIA) of die onvoldoende middelen hebben om rond te komen (bijstand).
9.1.2 Voorstanders
werkgelegenheid
Voorstanders van het basisinkomen geven onder meer als argument dat een basisinkomen noodzakelijk wordt vanwege de afname van de werkgelegenheid, onder meer door robotisering, automatisering en de negatieve effecten van economische crises.
Utopie
In de ogen van voorstanders van het basisinkomen is het een utopie om te veronderstellen dat het in de toekomst mogelijk blijft om iedereen aan een baan te helpen.
sociale functie
Een basisinkomen geeft mensen de rust en de ruimte die ze nodig hebben. Daarnaast heeft het volgens de voorstanders een belangrijke sociale functie: de armen worden verlost van de constante worsteling om in hun levensonderhoud te voorzien.
9.1.3 Tegenstanders
belastingdruk
Er zijn ook tegenstanders van het basisinkomen. Hun belangrijkste argument is dat de invoering van een basisinkomen zal leiden tot een instabiele economie. Door de hoge kosten van het systeem gaat de belastingdruk omhoog. Daarnaast zal het inkomen waar belasting over geheven wordt, kleiner worden. Dat komt doordat het totaal van het belastbare loon dat wordt verdiend door marktactiviteiten zal afnemen, omdat mensen dankzij het gegarandeerde inkomen minder gaan werken, al is het onzeker of dat echt zo is.
Maatschappelijk probleem
arbeid wordt beloond
De tegenstanders voorzien ook een maatschappelijk probleem. Onze maatschappij is nog steeds gebaseerd op het wederkerigheidsprincipe dat arbeid wordt beloond. Wie geld wil, moet daarvoor werken.
De vraag is dan ook of de invoering van het basisinkomen op voldoende draagvlak in de samenleving kan rekenen. De aanname is dat als een grote groep mensen meer geld ontvangt dan waar zij recht op heeft (geen arbeid, wel beloning), dit tot spanningen in de maatschappij zal leiden.